Een reis aan het voorbereiden naar Boedapest of Hongarije? Zakelijke of verhuisplannen? Een schoolproject?
Als voormalige correspondenten en gidsen helpen we u graag om wijs te worden uit dit land met zijn bewogen geschiedenis, boeiende cultuur en uitzonderlijke taal, via lezingen in kleiner en groter gezelschap of praktische hulp bij de organisatie van reizen. Daarnaast zijn we beschikbaar als reisbegeleiders.

7 April 2015

Hongaars gebak, een rijke traditie.


Dobos torta
Boedapest heeft een rijke traditie van banketbakkers. Dat dat deels een erfenis is uit de Habsburgse tijd zie je daaraan dat vrijwel overal Sachertaart en de Schwarzwaldertaart (Fekete erdő torta) op de kaart staan. De Turkse invloed zie je terug in de strudel (rétes) gevuld met appels, kersen, walnoten of maanzaad of zelfs met licht gezoete kool (een aanrader). Rétes wordt gemaakt met laagjes zeer dun uitgerold deeg dat erg lijkt op Grieks (Turks) filodeeg.
Maar de tijd is niet stil blijven staan en veel banketbakkers ontwikkelen tegenwoordig eigen creaties: prachtig opgebouwde gebakjes, gevuld met een frisse vruchtencrème en versierd met schilderijtjes van meerkleurige chocolade.
En dan zijn er de echte Hongaarse klassiekers; gebak dat in de loop der tijd legendarisch is geworden, vaak ook vanwege het verhaal erachter.

Dobos torta: Taartpunten die er op het eerste gezicht een beetje uit zien als spekkoek. Ze bestaan uit vijf of zes dunne laagjes biscuitdeeg (ieder apart gebakken), afgewisseld met een crème van chocolade en boter en afgedekt met een krokant laagje karamel. De zijkant van de taart wordt bedekt met een laagje gemalen nootjes (hazelnoten, amandelen, walnoten, kastanjes). Door die “deklagen” op boven- en zijkant is de taart tot tien dagen houdbaar, wat praktisch was in een tijd zonder koelkasten. Het gebak werd in 1885 bedacht door József Dobos, eigenaar van een  beroemde delicatessenwinkel in Boedapest. Hij presenteerde zijn creatie voor het eerst op een grote expositie waar ook keizer Frans Joseph en keizerin Sissi aanwezig waren en reisde daarna heel Europa door om de Dobos torta internationaal te promoten. Hij hield het recept aanvankelijk geheim, maar maakte het openbaar toen hij in 1906 met pensioen ging. Een operette over zijn leven maakte van Dobos een ware Hongaarse volksheld.

Rigó Jancsi: Een kubusvormig gebakje, bestaande uit twee lagen chocoladecake met daartussen een dikke laag chocoladecrème (vaak met een vleugje rum of vanille er doorheen) met daarop een heel dun laagje abrikozenjam. Het geheel wordt afgedekt met een fondant van pure donkere chocola.  Ook dit gebak komt uit de negentiende eeuw. Het is vernoemd naar de zigeunerviolist Rigó Jancsi (1858–1927), die niet alleen beroemd was vanwege zijn muzikale talent, maar vanwege zijn spraakmakende huwelijk met een  Belgische prinses. Clara Ward, de enige dochter van de Amerikaanse miljonair E.B. Ward, was aanvankelijk getrouwd met de Belgische prins Caraman-Chimay.  Toen ze in 1896 met haar man in een Parijs restaurant dineerde, maakte ze kennis met Rigó, die er de eerste violist (primás) van het zigeunerorkest was. Ze werd verliefd op hem, scheidde van haar prins en trouwde daarna onder enorme belangstelling van de toenmalige boulevardbladen met hem. Volgens sommige bronnen werd het gebak op initiatief van Rigó speciaal voor Clara ontworpen. Volgens een ander verhaal vernoemde de banketbakker die de taartjes maakte, die naar Rigó nadat die een keer in zijn winkel was geweest om ze voor Clara te kopen.

Esterházy torta: Een taart opgebouwd uit diverse laagjes merengue met walnoten of amandelen, met daartussen een botercrème met cognac of vanille. De buitenkant wordt afgedekt met een laag glazuur versierd met streepjes van chocola. De taart is in de negentiende eeuw bedacht en werd vernoemd naar Prins Paul III Anton Esterházy de Galántha (1786–1866), een lid van de adellijke Esterhazy-dynastie en diplomaat in dienst van de Habsburgse keizer. Esterházy was een van de allerrijkste mensen ter wereld en bekend vanwege zijn extravagante levensstijl. Behalve vier enorme paleizen bezat hij uitgestrekte landgoederen met daarop 130 dorpen, veertig stadjes, 34 kastelen en vele tienduizenden horige boeren, herders en ander personeel.

Rákóczi turos: Een taartje van cake met daarop een dikke laag Hongaarse kwark (túró) en bovenop abrikozenjam en opgeklopt, meegebakken eiwit. Veel Hongaren denken dat de naam verwijst naar de beroemde achttiende eeuwse vrijheidsheld Ferenc Rákóczi, maar dat klopt niet. Het gebakje is genoemd naar de man die het in 1938 creëerde, de destijds beroemde banketbakker János Rákóczi. Hij won gouden medailles bij banketbakkerswedstrijden in onder meer in Wenen, Frankfurt en Berlijn. Bij de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel werd hij gekozen tot de top zes van de toen 66 internationale top-bakkers.

Krémes: Een vierkant gebakje dat een beetje op een Tom Poes lijkt. Tussen twee laagjes bladerdeeg komt een laag vanillecrème met daarbovenop vaak, maar niet altijd, een laagje opgeklopt eiwit. Bovenop wordt poedersuiker gestrooid. Een 16de eeuws kookboek vermeldt al een krémes-recept met een vulling van vruchtencrème. Het huidige recept met vanillecrème ontstond aan het begin van de negentiende eeuw, maar onderging tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw nog de nodige aanpassingen. Het is een van de populairste gebakjes van Hongarije en de favoriet van veel Hongaarse oma's. 

No comments: