Een reis aan het voorbereiden naar Boedapest of Hongarije? Zakelijke of verhuisplannen? Een schoolproject?
Als voormalige correspondenten en gidsen helpen we u graag om wijs te worden uit dit land met zijn bewogen geschiedenis, boeiende cultuur en uitzonderlijke taal, via lezingen in kleiner en groter gezelschap of praktische hulp bij de organisatie van reizen. Daarnaast zijn we beschikbaar als reisbegeleiders.

17 July 2015

Voor warme zomerdagen: Hongaarse limonadé

Hongaarse limonade
Het is waarschijnlijk het meest opvallende drankje op ieder terras in Boedapest: limonadé, limonade dus, Grote glazen, soms wel een halve liter, meestal gevuld met een gele drank en stukjes citroen, sinaasappel, limoen, of soms munt of bosvruchten. Plus een rietje. Ze ogen feestelijk, en goed gemaakt is het een perfecte dorstlesser. 
Limonadé is zo alom verkrijgbaar dat het moeilijk voorstelbaar is dat je er tien, vijftien jaar geleden bij de meeste restaurants vergeefs om gevraagd zou hebben. Inmiddels is het een Hongaarse klassieker, een zomertraditie die niet meer weg te denken is.
Voor Nederlanders is limonade simpelweg siroop met water en vooral een drankje voor kinderen. Maar de Hongaarse limonade wordt (meestal) vers gemaakt van citroen-, sinaasappel of limoensap (of een mengsel daarvan), aangevuld met water, suikersiroop en de feestelijk ogende stukjes fruit. Wat je dan krijgt, staat op de kaart als 'klassieke limonade'. 
De drank is niet erg zoet, wat hem extra verfrissend maakt. Wie suiker liever laat staan, kan trouwens ook om limonade zonder suikerstroop vragen. Dan moet je wel van zuur houden, uiteraard. Een deel van de populariteit is verklaarbaar uit het feit dat limonade een prima alternatief is voor een pilsje of een glas wijn, spannender dan een glas water, niet zo zoet als frisdrank en afwisselend van smaak. Dat is natuurlijk zeer welkom in een land waar je geen druppel mag drinken als je nog moet rijden.
Tegenwoordig wordt limonade in allerlei smaken aangeboden. De basis is dezelfde, maar de suikersiroop wordt vervangen door een goede kwaliteit limonadesiroop, of er worden ingrediënten als vers geraspte gember, groene thee, munt of bosvruchten aan toegevoegd. Watermeloen is ook een smaak die je steeds vaker tegenkomt. Een echte aanrader is vlierbloesemlimonade (bodzavirág). Daarvoor worden de bloemen een dag lang getrokken met citroen en suiker. Het levert een zeer geurige siroop op.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen: niet overal is limonadé even goed. Er zijn ook wel plaatsen die het zichzelf makkelijk maken en gewoon een kwak siroop met water aanlengen. Meestal drijft er dan ook niet meer dan een enkel schijfje citroen in het glas. Maar dat zie je snel genoeg en gelukkig zijn dat uitzonderingen.  

14 July 2015

Om niet te missen, de Csontvárytentoonstelling op de burcht

Csontváry, de eenzame cederboom
Hij was vegetariër, dronk niet en had visioenen. Knettergek vonden ze hem in zijn eigen tijd, en niemand wilde zijn schilderijen hebben. Hij stierf eenzaam en in armoede, nadat hij ook nog eens zijn spaargeld kwijt was geraakt in de Eerste Wereldoorlog. Inmiddels is Tivadar Csontváry erkend als een van de belangrijkste schilders van Hongarije. Maar zijn werk dat bewaard is gebleven, is uitsluitend te danken aan de architect Gedeon Gerlóczy. Die vond de schilderijen, die Csontváry tijdens zijn leven aan de straatstenen niet kwijt kon, na diens dood in 1919 opgerold in een juten zak op een zolder. Ze waren haast op straat gezet, maar Gerlóczy zag gelukkig wat hij in handen had.
Normaal gesproken moet je naar het in 1973 geopende Csontváry Museum in Pécs, waar het overgrote deel van zijn werk hangt. Maar tot eind dit jaar is een overzichtstentoonstelling van zijn schilderijen in Boedapest te bewonderen. Dat is pech voor Pécs, waar het museum bij gebrek aan schilderijen tot volgend jaar dicht is, maar een geluk voor bezoekers van de Hongaarse hoofdstad. Want Csontváry's soms wat naïeve mystieke realisme kent weliswaar invloeden van expressionisme en jugendstil, maar is een unieke, op zich staande stijl.
Er zijn slechts 127 werken van hem bekend, pakweg 100 schilderijen, de rest tekeningen. Daarvan is het meeste (waaronder de schilderijen uit Pécs) in bezit van de Nationale Galerie in Boedapest. Een deel van de schilderijen is in de communistische tijd naar Rusland verdwenen en nooit teruggekomen. Van andere werken is onbekend wat ermee gebeurd is. Op de website van de tentoonstelling staat een overzicht van die tekeningen en schilderijen, met een oproep voor informatie.
De periode waarin Csontváry schilderde was kortstondig, niet meer dan veertien jaar. De in 1853 geboren Csontváry was feitelijk autodidact.  Hij was eigenlijk apotheker, maar besloot zich  na een visioen toe te leggen op de schilderkunst. Hij reisde veel, en tijdens zijn leven werden drie tentoonstellingen van zijn werk georganiseerd. Maar toen - in tegenstelling tot de beloften van het visioen - ook de laatste een mislukking bleek, raakte hij in een diepe depressie en stopte met schilderen.
De tentoonstelling in Boedapest vindt plaats in het voormalige hoofdkwartier van het Hongaarse leger op de burchtheuvel, op het Disz tér (bereikbaar met bus 16), en is dagelijks, met uitzondering van maandag, geopend van 10 tot 18 uur. Toegang is 3200 forint als het kaartje aan de kassa wordt gekocht en 2880 forint bij voorverkoop via het internet. Er zijn kortingen voor families met kinderen, studenten (diák) en mensen boven de 62 (nyugdíjas 62-70 év). Wie boven de 70 is (70 év felett) krijgt nog meer korting. Gehandicapten kunnen gratis naar binnen, hun begeleider met korting. Tickets zijn geldig binnen een toegewezen tijdsbestek.

4 July 2015

Ruïnecafés, voor elk wat wils

Szimpla kert
Ze staan in iedere toeristengids en ze hebben Boedapest op de kaart gezet als uitgaansstad: de ruïnetuinen of ruïnecafés. Wat begon als initiatief van jongeren die een plek voor zichzelf wilden creëren, is een van de handelsmerken van de stad geworden. En daarmee is het karakter ook behoorlijk veranderd. Dat is niet per se negatief, trouwens. De eerste ruïnecafés waren echt vooral voor jongeren. Tegenwoordig heb je ze in alle soorten en maten. Voor elk wat wils.
Oorspronkelijk hadden de ruïnecafés een tijdelijk karakter. Dat zat in de aard van het beestje In het zevende district, dat bekend staat als de joodse wijk, had je veel zeer slechte panden. Een deel daarvan is in de loop der jaren gesloopt, en op het braakliggende plot werd met simpele middelen, afvalhout, kratten en overal vandaan gesleepte stoelen, een bar ingericht die weer verdween als het terrein werd bebouwd.
De moeder van alle ruïnecafés en degene die je zeker in de toeristengids vindt, is de Szimpla kert (Eenvoudige tuin) in de Kazinczy utca 14 . Dat is zo langzamerhand bepaald geen tijdelijke instelling meer, want het café is inmiddels tien jaar oud. Szimpla kert werd vooraf gegaan door Szimpla Café, een initiatief van een groep vrienden die een nieuwe plek zochten in een tijd dat veel van de alternatieve cafés die eind jaren tachtig, begin jaren negentig waren ontstaan, ter ziele waren gegaan.
Szimpla kert is eigenlijk geen echte ruïnetuin. Het café is gevestigd op de binnenplaats van een typisch Boedapest huurappartementenblok en neemt inmiddels het hele complex in beslag. De binnenplaats is deels overdekt, zodat het ook in de winter open is. Je kunt er eten, drinken, en ze hebben iedere dag een muziekprogramma. Het feit dat Szimpla kert in de gidsen staat, heeft zijn effect: een groot deel van de bezoekers is tegenwoordig toerist. Niet iedereen zal er zich thuis voelen, de sfeer is behoorlijk new age, en wie kritisch is over wc's kan beter een andere plek zoeken.
In dezelfde straat, Kazinczy u. 37-39, vind je de Köleves kert (Steensoeptuin). Met zijn vrolijk gekleurde stoelen en een kinderhoek trekt deze tuin overdag veel ouders met kinderen aan, die er veilig kunnen rondscharrelen en schommelen in de hangmatten die aan het dak van de bar hangen. De sfeer is relaxed en in tegenstelling tot het gelijknamige restaurant ernaast heeft de tuin heeft simpele cafémaaltijden. Bij het restaurant (dat ook een terras aan de achterkant heeft) kun je prima, op wat hoger niveau, eten.
Instant, op de Nagymező u. 38, claimt het grootste ruïnecafé van Boedapest te zijn. Of je nog van een ruïnecafé kunt spreken, is de vraag: er is een binnenplaats, maar er zijn ook meerdere verdiepingen en zalen, ieder met zijn eigen aanbod, van disco tot jazz en dansfeesten tot performances en theater en een ruimte waar een bed en stoelen van het plafond naar beneden hangen. De belichting is psychedelisch en young and beautiful is bij Instant het devies.