Wie slechts een lang weekend in Boedapest is, zal waarschijnlijk weinig behoefte hebben om er eens uit te gaan, want er is genoeg te beleven in de stad zelf, Maar voor wie wat langer blijft, of voor wie toch wil zien hoe Hongarije er buiten de hoofdstad uitziet, hier een paar tips voor dagtochten de stad uit.
Szentendre |
Waarschijnlijk het meest bekende uitstapje is een bezoek aan het stadje Szentendre, gelegen aan de Donau, een kilometer of tien noordelijk van Boedapest. Szentendre werd ooit gebouwd door Serviërs en heeft onder Hongaren faam vanwege zijn haast mediterrane architectuur. Helaas is Szentendre de afgelopen jaren een beetje verworden tot het Volendam van Hongarije, en het hele dorpscentrum is overgenomen door de toeristenindustrie.
Het pittoreske stadje ontwikkelde zich eind jaren twintig tot een kunstenaarskolonie en meerdere musea, waaronder het Ferenczy Museum en het Margit Kovácsmuseum, besteden aandacht aan die periode. Interessant, vooral voor mensen die nog nooit een orthodoxe kerk van binnen hebben gezien, is het museum in de kleine Servische kerk op het centrale plein. Gebruikt wordt het kerkje niet meer, in tegenstelling tot de orthodoxe kerk op de heuvel. Die is helaas niet altijd open, maar als hij wel open is, is hij zeker een bezoek waard.
Szentendre is gemakkelijk te bereiken, met de H5 HÉV, een soort kruising tussen een tram en een trein, die vanaf het Batthyány tér in Boeda vertrekt (wel even opletten, want een deel van de treinen rijdt niet verder dan de nieuwbouw Békásmegyer). Fietsen naar Szentendre is ook mogelijk, al gaat die tocht door dezelfde buitenwijk.
Een minder toeristisch alternatief voor Szentendre is een bezoek aan het stadje Vác, ook noordelijk
van Boedapest en gelegen aan de andere Donau-oever. Het is een mooi barok stadje met een in de afgelopen jaren goed gerestaureerd centrum en een mooie boulevard en een park langs de rivier met uitzicht op de bergen van de Donaubocht. Er zijn een aantal leuke restaurants en twee musea die zeker het bezoeken waard zijn: het museum gewijd aan de mummies die midden jaren negentig in een crypte onder het centrale plein werden gevonden, en de collectie schilderijen van Gyula Hincs, die ook wel omschreven wordt als de Hongaarse Picasso. Vlak onder Vác is een natuurgebied aan de Donau met een fietspad en een (kort) wandelpad door het rivierbos.
Mummiemuseum, Vác |
De makkelijkste manier om naar Vác te komen is met de trein vanaf het Nyugatistation. Ieder uur om zeven over het hele uur gaat een sneltrein die er 25 minuten over doet. Vanaf het station is het vijf minuten lopen naar het centrum.