Een reis aan het voorbereiden naar Boedapest of Hongarije? Zakelijke of verhuisplannen? Een schoolproject?
Als voormalige correspondenten en gidsen helpen we u graag om wijs te worden uit dit land met zijn bewogen geschiedenis, boeiende cultuur en uitzonderlijke taal, via lezingen in kleiner en groter gezelschap of praktische hulp bij de organisatie van reizen. Daarnaast zijn we beschikbaar als reisbegeleiders.

30 November 2017

National Galerie is zeker een bezoek waard

Foto Runa Hellinga
Toegestane kunst uit de jaren zestig
Met drie musea (het Museum voor Schone Kunsten, het Museum voor Toegepaste Kunst en het Etnografisch Museum) die wegens renovatie of nieuwbouw gesloten zijn, begint het museumaanbod in Boedapest wat dun te worden. Maar het museum dat voor kunstliefhebbers misschien het meest de moeite waard is om te bezoeken, de Nationale Galerie in het paleis op de Burchtheuvel, is gelukkig (nog) open.
Nog, want er zijn grootse plannen voor de bouw van een nieuwe museumwijk en bovendien voor de restauratie van het paleis, dus het zit er dik in dat de Nationale Galerie op zeker moment een tijd gesloten zal zijn. Maar tot die tijd: als je maar één museum wilt bekijken in Boedapest, zou ik dit bovenaan zetten.
Niet zozeer omdat er zoveel beroemde schilderijen hangen, maar juist omdat er zoveel onbekende schilderijen hangen. Dat zegt niets over de kwaliteit van de werken, maar wel over de Hongaarse (kunst-)historie. Decennialang ging het museumbeleid gebukt onder totale passiviteit. Tijdelijke tentoonstellingen, samenwerking met buitenlandse musea, het was er allemaal niet bij.
Het gevolg is dat namen als Tivadar Csontváry. József Rippl-Rónay of Károly Ferenczy niemand wat zeggen, al zou dat zeer waarschijnlijk geheel anders liggen als ze elders in musea hadden gehangen. Kortom, de Nationale Galerie is niet de plek om heen te gaan om eindelijk samen met 1000 Japanners de Mona Lisa te bekijken, maar wel om, in betrekkelijke rust, kennis te maken met onbekende meesterwerken.
Dat is aan het feit dat het museum zijn tentoonstellingen de afgelopen jaren drastisch heeft verbeterd. Niet alleen hangen de schilderijen beter, maar de vaak uitgebreide begeleidende informatie plaatst de kunst in zijn tijd en is bovendien ook nog in uitstekend Engels geschreven, wat lang niet altijd het geval is in Hongaarse musea.
De vaste collectie loopt van middeleeuwse Gotische altaarstukken over late renaissance en barok tot aan Hongaarse kunst na 1945. Zeer de moeite waard is de geheel vernieuwde tentoonstelling van negentiende eeuwse schilderkunst, de bloeitijd van de Hongaarse schilderkunst.
Foto Runa Hellinga
Catalogus Péter Korniss
Daarnaast zijn er momenteel twee tijdelijke tentoonstellingen die zeer de moeite waard zijn. Tot 7 januari is er een tentoonstelling van de foto's van Péter Korniss. Onder de titel 'Voortgaande herinneringen' geeft de tentoonstelling een overzicht van Korniss foto's van 1976 tot nu. In de eerste jaren concentreerde hij zich erg op het leven in de Hongaarse dorpen in Roemenië. Het zijn beelden die grotendeels net zo goed twee eeuwen genomen hadden kunnen zijn: vrouwen in klederdracht, vaak nog op blote voeten, in de winter in hoge laarzen ploeterend door de modder, in de hooitijd met vrachten hooi op de rug. 
Een andere serie volgt het leven van Hongaarse arbeiders en dorpelingen in de communistische tijd, terwijl een van zijn laatste series teruggrijpt naar de oudste foto's: de meisjes van toen, die, nog steeds in klederdracht, vaak in Boedapest als schoonmaakster werken. Voor veel Hongaren zijn de foto's een feest van herkenning, voor buitenlanders is het verbazingwekkend hoe kort geleden dit alles eigenlijk is.
De tentoonstelling 'Within Frames' (tot 18 februari)  geeft een overzicht van Hongaarse kunst tussen 1958 en 1968. Het was een tijd waarin Hongarije zich ontwikkelde van een Stalinistische dictatuur tot wat later vaak de vrolijkste barak in het communistische kamp werd genoemd, een land waar aanzienlijk meer was toegestaan dan in andere Oostbloklanden, zolang mensen zich maar aan de door de partij vastgestelde kaders hielden: een beetje kritisch zijn mocht, maar bepaalde onderwerpen waren taboe. De tentoonstelling wordt dan ook bepaald door de drie t's: Tiltott, Tűrt, Támogatott, ofwel Verboden, Getolereerd en Ondersteund. De verboden kunst was alleen zichtbaar op private tentoonstellingen die maar vaak maar een paar dagen hingen tot de geheime dienst optrad. 

8 November 2017

Metro Boedapest in de verbouwing

Metro M3
Het was hoogste tijd, maar daarom niet minder lastig: sinds 4 november wordt serieus gewerkt aan de renovatie van de blauwe metrolijn M3. Het is de langste metrolijn van Boedapest, en bovendien de lijn die toeristen gebruiken als ze met het openbaar vervoer naar het vliegveld willen reizen, dus als bezoeker van Budapest loop je grote kans er ook mee te maken te krijgen.
De metro ligt er, op dit moment althans, niet helemaal uit. Dat wil zeggen, door de week overdag rijdt het grootste deel van de lijn. Alleen het laatste, noordelijke stuk tussen eindhalte Újpest en Lehel tér is geheel gesloten. Toeristen zullen daar niet veel last van hebben, want het betreft een deel van de stad waar ze zelden komen. 
Maar 's avonds na 20.30 uur en het hele weekend ligt de hele lijn er compleet uit, en dat betekent voor toeristen die op zondag naar het vliegveld willen dat ze geen gebruik van de lijn kunnen maken. Als de metro niet rijdt, zijn er overigens wel vervangende bussen (pótlóbusz), maar die rijden door het stadsverkeer en zijn daardoor automatisch een stuk langzamer dan de metro zelf. Daar staat tegenover dat die vervangende bussen af en aan rijden, je hoeft er zelden meer dan een minuut of twee op te wachten. 
Gelukkig zijn er alternatieven voor mensen die liever niet op een dure taxi aangewezen zijn om naar het vliegveld te gaan. Sinds juni rijdt er ieder half uur vanaf het Deák tér in het centrum van Pest een bus direct naar het vliegveld. De vertrektijden vanuit de stad zijn op het hele en het halve uur. Vanaf het vliegveld vertrekt de bus op sommige uren om kwart voor en kwart over, op andere uren om tien over half en tien over het hele uur. Het kaartje is met 900 forint wel wat duurder dan de gewone metro en bus samen kosten en met de gesloten M3 is de kans groot dat die bus in het weekend erg druk is. 
Een andere optie is de trein. In het weekend gaat er vier keer per een trein vanaf het Nyugati-station richting 'Ferihegy' of 'airport' (en verder). Door de week rijden er meer, pakweg zes per uur. Een beetje afhankelijk van de trein duurt de rit tussen de 20 en de 25 minuten. Een waarschuwing is wel op zijn plaats: twee van die vier of zes treinen zijn intercity's waar je formeel een aanvullend sneltreinkaartje voor moet hebben. Wie daar zonder zo'n kaartje opstapt, loopt een risico op problemen met de conducteur. Kosten: 465 forint, pakweg anderhalve euro, voor een gewoon kaartje, en 615 forint, 2 euro voor de intercity. 
In tegenstelling tot wat de informatieborden doen vermoeden, stoppen de treinen niet echt bij de luchthaven, maar bij Ferihegy, de oude terminal 1 die sinds enkele jaren niet meer voor gewoon vervoer wordt gebruikt. Dat is ook de naam die de borden op het perron vermelden. Direct buiten het treinstation stopt bus 200E, de gewone bus naar het vliegveld. Die bus rijdt iedere zeven tot tien minuten.

5 November 2017

Herfstwandelingen in Boedapest


Uitzicht vanaf de Gellértberg
De herfst is, samen met het voorjaar, eigenlijk de perfecte tijd om Boedapest te bezoeken. September en oktober hebben meestal prachtig nazomerweer, met koele ochtenden, maar zeer aangename temperaturen overdag. De Hongaren noemen de oude-wijven-zomer. En bij dat mooie herfstweer horen ook prachtige herfstkleuren. November is weliswaar koeler, maar kent vaak ook nog hele mooie dagen. Bij deze een paar plekken in Boedapest waar het najaar op zijn mooist is.


Foto Runa Hellinga
Kerepesi Begraafplaats
Prachtig, en midden in de stad is het park op hellingen van de Gellértberg, het makkelijkst te bereiken bij het Gellérthotel bij de Szabadságbrug. Het park strekt zich uit rond de heuvel. Niet zo ver van het hotel is een speeltuin met gigantische glijbanen, een prima plek om met kinderen heen te gaan. Wie en beetje meer naar rechts aanhoudt, komt terecht op een pad dat helemaal omhoog voert naar het Vrijheidsbeeld en de citadel, vanwaar je een geweldig uitzicht over de stad hebt. Op zeker moment splitst dat in een pad omhoog, naar de citadel, en een pad naar rechts, in de richting van de Erzsébet brug. De wandeling naar rechts biedt een prachtig uitzicht over de Donau en eindigt bij het Gellért-monument, van waar je zonder al te veel problemen naar de Burchtheuvel kunt lopen. Jammer genoeg zijn de paden niet gemarkeerd, maar echt fout lopen kun je niet. Ze zijn ook niet moeilijk te begaan, alleen bij tijd en wijle wel redelijk stijl (met trappen), en daarom minder geschikt voor mensen met een slechte conditie.

Ook het Margit Eiland is een goede plek voor romantische wandelingen: de vele bomen, de rivier om je heen, het zicht op de overkant. Er zijn diverse plekken waar je wat kunt eten en drinken en vergeet niet langs te gaan bij de muziek fontein vlakbij de Margit Brug die nog tot 31 oktober werkt. De fontein speelt op gezette tijden (10:30am en 6, 7:30, en 9pm) allerlei soorten muziek, van Vivaldi en Brahms tot Simon&Garfunkel en de Rolling Stones.

Misschien niet ieders pakkie-an, maar juist in de herfst erg de moeite waard is een wandeling over de Heldenbegraafplaats (Kerepesi temető) op de Fiumi ut. Het is de plaats waar alle beroemde Hongaren begraven liggen. Je vindt er prachtige grafmonumenten en rijk versierde mausolea, omringd door een park met enorme bomen. Regelrecht romantisch wordt de begraafplaats met Allerzielen, als Hongaren de graven van hun geliefden bezoeken en versieren met bloemen en kaarsen.

Foto Runa Hellinga
Normafa
Tenslotte kun je natuurlijk fantastisch wandelen op Normafa (De boom van Norma), de favoriete plek voor zondagmiddag wandelingen van veel Boedapesters. Bij de parkeerplaats/bushalte (bus 21) liggen een paar grote weides vanwaar je een fabuleus uitzicht hebt over de hele stad. Paralel aan de straat een stukje het bos in loopt een makkelijk begaanbaar pad naar de Erzsébet uitkijktoren en de János heuvel een paar kilometer verderop, en weer terug. Wie niet terug wil lopen, kan bij de Janoshegy ook de stoeltjeslift omlaag nemen (bij het benedenste station vertrekt een bus naar de stad). Wie langer wil lopen, kon vanaf Normafa urenlang wandelen via een uitgebreid netwerk van gemarkeerde wegen.Wie aan het eind honger heeft, kan terecht bij het oude Ski huis (Sí ház), tegenwoordig Norma Kert restaurant (bij de parkeerplaats) voor een stevige bonensoep en een glas Glühwein.