Iedereen kent het Balatonmeer, maar zijn kleine broertje, het Klein Balatonmeer (Kis
Balaton) is een stuk minder bekend. Dat is jammer, want het Kleine Balaton is een natuurgebied met een viertal natuurattracties die ook voor buitenlandse toeristen
zeer de moeite waard zijn. En de toelichtingen zijn overal in het Engels.
Het Kleine Balaton, een meren- en moerasgebied, zorgt voor de inlaat van water uit de Zala naar het grote Balatonmeer. Aan de zuidkant van het meer zit in Kapolnapuszta (niet ver van het dorp Zalakaros) het Buffelreservaat (Bivalyrezervátum). Hier lopen twee kuddes Indiase buffels rond. Een natuurpad voert langs hun graasgebieden en waterpoelen. Toelichtingsborden en een museum vertellen de geschiedenis van deze buffels in Hongarije. Er zijn op het terrein ook bijeneters en grondeekhoorns te zien en bij de ingang lopen geiten en ezels rond. Wie wil, kan per huifkar een rondrit door het uitgestrekte reservaat krijgen.
Wie iets van het meer, de oevers
(veel riet) en de vogels wil zien, kan een paar km noordelijker naar het Kányavár eiland (sziget). De toegang is
gratis (parkeren kost wel wat geld). Er is een mooie houten brug naar het
eiland (voor gehandicapten een prachtig klein veerpontje).
Op het eiland zelf zijn wandelpaden, twee uitzichttorens, diverse weides en een speeltuintje.
Weer een paar km noordelijker in
Zalavár ligt het Klein Balaton Huis met
een tentoonstelling over de waterhuishouding van de regio (middagpauze tussen
12-13, altijd dicht op maandag, en in voor- en naseizoen ook op dinsdag en woensdag. Van december tot maart is het helemaal gesloten). Op de grote kinderspeelplaats is van alles met water te
doen, en verder vindt je er de ruïne van een paar oude christelijke kerkjes van de Avaren, een bevolkingsgroep die hier voor de komst van de Hongaren woonde, en een kerkje van de architect
Imre Makovecz in de voor hem kenmerkende mythisch-Hongaarse bouwstijl.