Een reis aan het voorbereiden naar Boedapest of Hongarije? Zakelijke of verhuisplannen? Een schoolproject?
Als voormalige correspondenten en gidsen helpen we u graag om wijs te worden uit dit land met zijn bewogen geschiedenis, boeiende cultuur en uitzonderlijke taal, via lezingen in kleiner en groter gezelschap of praktische hulp bij de organisatie van reizen. Daarnaast zijn we beschikbaar als reisbegeleiders.

22 October 2013

Musea gratis op nationale feestdagen

Ámos Imre, dromende rabbi
Winkels in Hongarije zijn op nationale feestdagen, dat wil zeggen op 15 maart, 20 augustus en 23 oktober, gesloten, op een enkele kleine buurtwinkel na. Maar de meeste musea zijn open, sterker nog, museumbezoek is die dagen zelfs gratis. Dat geldt althans voor de vaste tentoonstellingen, voor tijdelijke exposities moet in sommige (maar niet alle) gevallen worden bijbetaald.
De regeling bestaat al sinds 2004, maar is zelfs onder Hongaren niet bijster bekend. Maar het is natuurlijk een prachtige gelegenheid om musea te bezoeken die je anders vanwege de prijs misschien overslaat. Dat geldt bijvoorbeeld voor het redelijk prijzige Terrorhaza, het Huis van Terreur, dat aandacht besteedt aan de slachtoffers van het communisme.
Maar ook voor de zeer interessante tijdelijke tentoonstelling over impressionisme in de Nationale Galerie, die op 23 oktober gratis te bezichtigen is. Ook de nieuwe dubbele tentoonstelling over Chagall en de Joods-Hongaarse schilder Imre Ámos, wiens stijl aan Chagall doet denken, is gratis die dag.
Goed nieuws voor wie het die dag niet haalt, of geen zin heeft in de drukte van een gratis dag: de impressionisten-tentoonstelling, die oorspronkelijk tot 13 oktober zou lopen, is verlengd tot 24 november. Kaartjes zijn ook online te koop, via de website jegymester. De Chagal-tentoonstelling is tot 5 januari te bezichtigen. Tegen betaling, uiteraard. Maar ze zijn de moeite waard.
Wie op een nationale feestdag een museumbezoek plant, doet er trouwens wel verstandig aan om even op de website van het betreffende museum naar de openingstijden te kijken, want sommige musea zijn die dag juist gesloten. Zo is het Museum voor Schone Kunsten dit jaar niet alleen de 23ste, maar ook de 25ste oktober dicht.

9 October 2013

Van het vliegveld naar de stad, deel 2

Wie naar Boedapest vliegt en daar het openbaar vervoer wil gebruiken, krijgt het in toekomst bij aankomst een stuk makkelijker. Afgelopen zomer had het Boedapester openbaar vervoer bedrijf BKK (of BKV, zoals ook nog wel op bussen staat) als proef een kantoortje op het vliegveld geopend, waar reizigers al bij aankomst informatie én dag- driedaagse en weekkaarten konden krijgen. Dat is zo goed bevallen, dat besloten is in beide aankomsthallen servicebalies te openen.
De servicebalie in terminal 2B is inmiddels al geopend, maar in 2A, waar momenteel nog wordt verbouwd, is op dit moment nog slechts een klein provisorisch stalletje. De vaste balie daar moet begin 2014 openen, maar waar die precies komt, moet nog worden bepaald. De balie in terminal B is open tussen 6:35 's ochtends en 22:15 's avonds. De tijdelijke balie in A is iets korter open, van 8:45 tot 20:20. Behalve kaartjes en abonnementen verstrekken de servicebalies ook informatie over het openbaar vervoer en toerisme in de hoofdstad, in Hongaars zowel als Engels.
Zoals de BKK zelf constateert, is de opening van de servicebalies hoogste tijd, want weliswaar kun je met de stadsbus makkelijk naar het vliegveld komen, maar tot nu toe was er voor reizigers op het vliegveld zelf geen enkele informatie over het openbaar vervoer te vinden, laat staan dat je er goedkope dagkaarten kon kopen.
De nieuwe balies zijn onderdeel van een netwerk van BKK-informatiebalies die in het komende jaar ook elders in de stad geopend zullen worden. Bovendien moeten er moderne verkoopmachines komen, die het reizigers mogelijk maken 24 uur per dag kaartjes en abonnementen te kopen, in het Hongaars en het Engels.


Een kijkje bij een achttiende eeuwse burgerfamilie

Muurschildering in De la Motte-paleis
Decennia lang zaten de barokke muurschilderingen van het De la Motte/Beer Paleis op de burchtheuvel in Boeda verborgen achter vele lagen muurkalk. In de onderste verdieping van het gebouw zat een postkantoor, boven waren kantoren gevestigd.  Maar deze zomer werd het in 1760 gebouwde stadspaleisje voor publiek opengesteld. Paleis is eigenlijk een wat grote term, het gaat meer om een royale burgermanswoning, en je krijgt er een zeldzame inkijk in het leven van de gegoede burgerij uit die tijd.
Vrijwel alle kamers op de bovenverdieping zijn behouden gebleven, wat een klein wonder mag heten. Boedapest, en met name de burchtheuvel, waren aan het einde van de Tweede Wereldoorlog toneel van een van de zwaarste veldslagen uit de Tweede Wereldoorlog. Duitse troepen, die zich op de burcht hadden verschanst, leverden zes weken lang slag tegen het Rode leger dat aan de overkant aan de Donau stond en later in een tangbeweging om de burcht heen trok.
Toen de Duitsers zich eenmaal hadden overgegeven, was er van de burcht niet veel meer over, en wat bezoekers nu zien, is grotendeels opnieuw opgebouwd. Maar het De la Motte Paleis kreeg slechts één treffer. De schade daarvan is nog zichtbaar in de eerste kamer die je als bezoeker betreedt. Maar de rest van de muren overleefde de oorlog onbeschadigd.
Het gebouw werd oorspronkelijk gebouwd voor de Franse De la Motte familie, maar kwam later in handen van de apothekersfamilie Beer, die lange tijd een apotheek op de begane grond had. In een stijl die typisch is voor veel oudere huizen in Boedapest lopen alle kamer en suite in elkaar over, zodat je ook makkelijk grotere ontvangsten kon organiseren.
De inrichting heeft de oorlog niet overleefd, maar de meubels die er staan, zijn wel uit de tijd zelf. Heel fraai zijn de kamer-wc's on draagbare, afsluitbare dozen. De sanitaire voorzieningen van de woning waren beperkt: in de gereconstrueerde keuken staat ook de waskuip waar de hele familie één keer per week inging. Het water werd op het fornuis verwarmd en in de kuip gegoten. De heer des huizes mocht eerst, en daarna volgden alle anderen, in hetzelfde water, uiteraard.

Het De la Motte-paleis, Disz tér 15, is dagelijks (ook op maandag) geopend van 11 tot 19 uur. Toegang is 800 forint, familie (twee ouders met twee kinderen) betalen 1600 forint.

Voor meer informatie over de geschiedenis en de achtergronden van de burchtheuvel, lees 'Boedapest, een Verhalende Reisgids' van journaliste Runa Hellinga.