Een reis aan het voorbereiden naar Boedapest of Hongarije? Zakelijke of verhuisplannen? Een schoolproject?
Als voormalige correspondenten en gidsen helpen we u graag om wijs te worden uit dit land met zijn bewogen geschiedenis, boeiende cultuur en uitzonderlijke taal, via lezingen in kleiner en groter gezelschap of praktische hulp bij de organisatie van reizen. Daarnaast zijn we beschikbaar als reisbegeleiders.

16 June 2018

Afvalbeelden in Gödöllö

Trash art in Gödöllő. Foto: Zoom.hu
Het Grassalkovichpaleis in Gödöllő, waar keizerin Sissi al met al meerdere jaren van haar leven heeft doorgebracht, is de afgelopen jaren behoorlijk opgeknapt en zeker een bezoek waard. Hoewel de inrichting niet authentiek is, geeft het gebouw een goede indruk hoe de keizerin en haar familie hebben geleefd. 
Maar tot eind juni is een bezoek de moeite waard, zeker als je van moderne kunst houdt. Tot 30 juni staat de tuin namelijk vol met Trash Art, beelden die, zoals de naam verraadt, van trash, afval zijn gemaakt. 
De beelden zijn onderdeel van een competitie waaraan zowel beroeps- en amateurkunstenaars deelnemen. De afvalberg die we met zijn allen produceren, maakt zelden vrolijk, maar het wilde zwijn van blikjes, de spinnen van telefoondraad en de monsters van autobanden geven het afval een heel nieuw karakter. 
Plezier over andermans creativiteit is zeker niet de enige gedachte achter de wedstrijd. De organisatoren willen het publiek ook wakker schudden over de manier waarop we met de wereld omgaan en de afvalberg die we produceren De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met afvalverwerkende bedrijven. 
De kasteeltuinen en de tentoonstelling zijn gratis te bezoeken. Wie een bezoek aan het kasteel zelf wil brengen: het kasteel is dagelijks geopend, in de zomer tot 18 uur, in de winter over het algemeen tot 16 of 17 uur, afhankelijk van de dag van de week. Voor feestdagen gelden aangepaste tijden. Het schema is nogal gecompliceerd, maar voor de precieze openingstijden , zie hier.
Tickets kosten 2600 forint voor volwassenen, 1500 forint voor kinderen en 5800 forint voor families (twee volwassenen plus kinderen). Een deel van de ruimtes is overigens alleen te bezoeken in het kader van een rondleiding, waarvoor een aanvullend ticket moet worden gekocht. 

4 June 2018

Parlementsbezoek: vermijd de rijen en boek vooraf

Foto: Runa Hellinga
Bladgoud rond de wc-deur
Het Hongaarse parlement is zonder twijfel een van de indrukwekkendste bezienswaardigheden in Boedapest. Het noegothische bouwwerk van het einde van de negentiende eeuw is het duurste gebouw dat ooit werd gebouwd in Hongarije, en dat zie je van binnen nog beter dan van buiten. Het is er letterlijk alles goud dat blinkt: er is iets van veertig kilo bladgoud verwerkt in het interieur, plus een half miljoen blokken marmer en andere kostbare gesteenten. Verder vind je er talloze beeldhouwwerken, schilderijen en mozaïeken van de meest vooraanstaande Hongaarse kunstenaars van het einde van de 19de eeuw. Er is feitelijk geen plekje in het gebouw onversierd gelaten, tot en met de wc's aan toe. In de centrale hal kun je bovendien de Hongaarse kroon bewonderen, overigens een wat vreemd voorwerp in een parlement van een republiek. De kroonjuwelen worden beschermd door een paar strenge wachters met sabels.
Het parlement is toegankelijk voor bezoekers. Vanaf tien uur 's ochtends vertrekken vrijwel dagelijks zo'n 16 rondleidingen in verschillende talen. Maar wie het gebouw wil bezoeken, doet er verstandig aan op zijn laatste een paar dagen van tevoren online kaartjes te kopen. Zo vermijd je niet alleen wachttijden, maar weet je bovendien zeker dat je naar binnen kunt. Gokken dat je op de dag zelf nog tickets kunt krijgen, is riskant. Met name rondleidingen in het Engels zijn vaak dagen van tevoren uitverkocht.
Tickets boeken kan online bij Jegymester. Je hebt er wel een creditcard voor nodig. Hou er overigens rekening mee: het kan gebeuren dat rondleidingen op zeer korte termijn worden afgelast in verband met officiële activiteiten in het parlement. In dat geval garandeert Jegymester dat het geld wordt teruggestort.
Het bezoekerscentrum van het parlement bevindt zich ondergronds, aan de rechterkant van het gebouw, vlak bij een groot wit beeld van een leeuw die boven op een zuil met een slang vecht, met daaronder een aantal beeldengroepen van mensen (soldaten, het Hongaarse volk en graag István Tisza, de prenier van Hongarije aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. Wees op tijd en hou rekening met een veiligheidscontrole. Fotograferen is overal toegestaan, behalve in de centrale hal bij de kroon.
Toegang: 2200 forint voor Hongaren en EU-burgers, 1100 forint voor studenten (op vertoon van studentenkaart), kinderen onder de zes jaar gratis.
Wie niet uit de EU komt, betaalt 5500 forint, studenten uit niet-EU-landen betalen 2900 forint.

27 May 2018

De stad van boven

foto Runa Hellinga
Uitzicht vanaf de basiliek
Empire State Building, Twin Towers of een andere torenflat, je zoekt ze in Boedapest tevergeefs. Gemeentelijke verordeningen schrijven namelijk voor dat gebouwen niet boven de 55 meter mogen komen, met uitzondering van kerken en enkele andere bijzondere gebouwen.
In buitenwijken wordt langzamerhand wel van deze regel afgeweken, maar in het centrum van Pest zijn maar twee gebouwen die ver boven deze norm uitsteken: het parlement en de Szent István basiliek. Beide gebouwen stammen uit het einde van de 19de eeuw en zijn exact 96 meter hoog. Dat is geen toeval: hun hoogte werd bepaald door het feit dat 1896 het 1000-jarig bestaan van Hongarije werd gevierd.

De koepel van de basiliek is toegankelijk voor publiek, en dankzij het feit dat alle andere gebouwen lager zijn, heb je er een prachtig uitzicht over de binnenstad van Pest. Uiteraard zijn er in een stad met heuvels andere punten om van het uitzicht te genieten, en van de burcht en de Gellértheuvel in Boeda heb je een weids overzicht over de stad.
Maar de koepel van de basiliek is het enige uitzichtpunt in Pest zelf en het is de enige plek waarvandaan je uitzicht hebt op het prachtige dak van de Postspaarbank, een van de pronkstukken van de Hongaarse jugendstil en op Boeda zelf. Bovendien is het een veel intiemer uitzicht dan in Boeda: je kijkt zo op de balkonnetjes van de huizen om de kerk heen.
Boven komen is niet moeilijk, want er zijn zowel trappen als een lift omhoog. Alleen het laatste stuk moet te voet, over trappen onder het dak van de buitenste koepel. Alleen dat is het bezoek al waard, want zo massief als dat bouwwerk van buiten oogt, zo licht blijkt de constructie van binnen. Wie echt hoogtevrees heeft, kan zich waarschijnlijk  beter niet wagen aan de tocht, maar de balustrade rond de koepel is zo massief, dat de meeste mensen er geen problemen mee zullen hebben.
Open: dagelijks van 1 april tot 31 oktober.

Wandeling vanaf Gellérthotel, bron: https://funiq.hu/
Wie een nog weidser uitzicht wil, moet naar de Gellértberg. Lopen kan, vanaf het Gellértbad bij de Szabadságbrug gaat een pad de berg op. Heel erg duidelijk is de route helaas niet aangegeven, maar wie het oog op de Donau niet verliest en intussen ook in de gaten houdt dat het pas naar boven blijft voeren, komt er wel. Het is geen enorm lange wandeling,
iets van een kleine kilometer, maar het is een klim van 110 meter omhoog. Tussendoor zijn wel prachtige uitzichtpunten om te rusten.

De andere optie (behalve natuurlijk een taxi) is gewoon het openbaar vervoer. Vanaf het Móricz Zsigmund körtér rijdt bus nr 27. Uitstappen halte Búsuló Juhász. Van daarover is het nog een klein stukje lopen.

Foto Runa Hellinga
Uitzicht vanaf de Gellértberg


1 May 2018

Zondagsmarkten en synagogen in de joodse wijk

Foto Runa Hellinga
Antik Placc, antiekmarkt op het Klauzal tér
Zondagochtend. In geen enkele grote stad het sprankelendste moment van de week. De meeste winkels zijn dicht, café's openen laat en stadsbewoners en toeristen doen het rustig aan. Maar voor wie wel op tijd op is: zondagochtend is in Boedapest een prima moment voor een bezoek aan de joodse wijk. Niet alleen zijn de synagoges dan open, maar je vindt er ook een aantal interessante zondagsmarkten, ieder met hun eigen karakter.
Voor de (niet hele) vroege vogels begint om negen uur de boerenmarkt in Szimpla kert (Kazinczy utca 14). Szimpla kert is vooral bekend als ruïnetuin, het soort kroeg op een braakliggend stuk bouwgrond waar Boedapest inmiddels wereldfaam mee heeft gekregen. Ruïnetuinen zijn meestal vrij tijdelijk, maar Szimpla bestaat al jaren en is een instituut dat vanwege de uitbundige inrichting sowieso een bezoek waard is.
Zondag tussen 9 en 14 uur verandert Szimpla in een markt waar producenten van buiten de stad hun zelfgemaakte worsten, kazen, vruchten en siropen te koop aanbieden. Je vindt er stalletjes met twintig soorten honing, een truffelverzamelaar met eigen truffelolie en kraampjes met paprikapoeder en paprikacrème. Geitenboeren verkopen er hun eigen geitenkazen. Er zijn stalletjes met typisch Hongaars eten en vrijwel overal kun je proeven voor je iets koopt. Wie nog wil ontbijten, op de eerste verdieping organiseert Szimpla op zaterdag en zondagochtend een brunchbuffet met producten van de boerenmarkt.
Gozsdu udvar
Vanaf tien uur start de weekendmarkt op de Gozsdu udvar (open op vrijdag, zaterdag en zondag van 10 tot 17 uur).  De Gozsdu udvar bestaat uit een reeks van zeven in elkaar overlopende binnenhoven die de laatste jaren zijn uitgegroeid tot een belangrijk uitgaansgebied met tal van café's en restaurants.
De kraampjes bieden een mengsel van Hongaars handwerk, variërend van borduurwerk en aardewerk tot beschilderde zijden shawls, antiek en toeristische souvenirs. Wie nog niet ontbeten heeft, kan terecht in een van de café's.
De Gozsdu udvar is kleurrijk en plezierig, maar wie op zoek is naar een antiek koopje, maakt waarschijnlijk meer kans bij Antik Placc, de nieuwe antiekmarkt in de markthal op het Klauzál tér, iedere zondag van 10 tot 17 uur. De rest van de week is in de markthal een gewone markt waar ook kleine producenten hun waren aanbieden.
Aangezien de synagoges in verband met de sabbat op zaterdag dicht zijn, is zondag trouwens een goed moment om die te bekijken. Helemaal, omdat veel kerken op zondagochtend vanwege de mis juist op zondagochtend gesloten zijn.
De bekendste synagoge is die in de Dóhány utca. Het is een van de grootste synagoges ter wereld, en met zijn rijke versiering zeker een bezoek waard. Het gebouw opent zijn deuren voor bezoekers op 10 uur 's ochtends. De sluitingstijden variëren naar de tijd van het jaar. Op vrijdag gaat de synagoge in verband met de sabbat die met zonsondergang begint, eerder dicht dan andere dagen. Behalve op zaterdag is de synagoge ook gesloten op joodse feestdagen.
Tickets zijn online te bestellen via de website en kosten 4000 forint (12 euro) per persoon (voor studenten en families met kinderen zijn er kortingsregelingen). Hou rekening met enige wachttijd bij de veiligheidscontrole. De tickets geven toegang tot de synagoge, het joodse museum en de rest van het complex.
De orthodoxe synagoge in de Kazinczy utca 29-31, op steenworp afstand van Szimpla, is minder spectaculair dan de Grote Synagoge, maar met zijn intimiteit zeker een bezoek waard. Open vanaf tien uur, sluitingstijden variëren afhankelijk van het seizoen. In de zomer is het gebouw open tot zes uur, in de winter tot vier uur. Op vrijdagmiddag sluit de synagoge in de winter om één uur, in de zomer om vier uur.

19 April 2018

Art nouveau op de fiets

foto Runa Hellinga
Ödön Lechner, Geologisch Instituut
Voor liefhebber van art nouveau (of jugendstil, zoals dezelfde stijl in het Duits wordt genoemd) heeft Boedapest zeer veel te bieden. De stad groeide vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw razendsnel, en toen art nouveau als nieuwe kunst- en architectuurstroming vanaf 1890 in heel Europa opkwam, kreeg die stroming ook in Hongarije de nodige populariteit. 
De secessie, zoals de stijl in Wenen en Hongarije werd genoemd, bood Hongaarse architecten als Ödön Lechner, Béla Lajta en Albert Kálmán Kőrössy de ruimte om na twee eeuwen van naäpen van klassieke stijlen als de gotiek, Griekse en Romeinse tempels en Italiaanse renaissance iets nieuws en eigens te ontwikkelen.
Vooral in Pest, op de oostelijke Donau-oever, vind je een schat aan Hongaarse secessie, van woonhuizen en scholen tot banken, baden en religieuze instellingen. Ze zijn niet alleen architectonisch interessant, maar vertellen ieder voor zich ook een verhaal over de ontwikkeling van de stad en zijn inwoners.
Wandelend kun je al veel van die gebouwen bezoeken. Maar een behoorlijk deel ervan staat een eindje weg van het centrum. Daarom is fietsen eigenlijk nog een betere manier om een beeld te krijgen van het rijke scala dat Boedapest op het gebied van art nouveau te bieden heeft. Onze art nouveau fietstocht slaat uiteraard de hoogtepunten in de binnenstad niet over, maar brengt je ook naar delen van de stad waar je als toerist normaal gesproken niet zo snel komt, maar waar juist op art nouveau gebied veel interessants te zien is. 

3 April 2018

In de voetsporen van Sissi

Sissi in de Aardbeientuin
Er is een brug in Budapest naar haar vernoemd, een school, een wijk, een plein, een stuk van de grote ring en een straat. Er staan beelden van haar. Keizerin Elisabeth, koningin der Hongaren, en bij veel mensen beter bekend als Sissi, is nog steeds geliefd in Boedapest. Haar man, keizer Franz Joseph, zul je daarentegen vergeefs zoeken. Al toen hij regeerde, was hij niet erg populair. Na zijn dood is hij geleidelijk geheel uit het stadsbeeld verdwenen. Zelfs de brug die naar hem was genoemd, kreeg een andere naam.
Helemaal terecht is dat overigens niet. Dat Budapest de stad is die het nu is, is er grotendeels aan te danken dat er in het Habsburgse Rijk onder zijn bewind decennialang vrede en welvaart heerste. Bovendien werd de stad in zijn tijd hoofdstad. Zonder Franz Joseph was Boedapest mogelijk niet meer dan een provinciestad geweest. Maar het werd hem, door sommigen tot de dag van vandaag, niet vergeven dat hij aan het begin van zijn regeerperiode in 1849 de Hongaarse opstand tegen de Habsburgers wist neer te slaan en bovendien een aantal van de leiders liet executeren.
Sissi daarentegen maakte zich van de meet af aan geliefd. Ze leerde vloeiend Hongaars (eerlijkheidshalve, dat sprak Franz Joseph ook), kwam regelmatig in Hongarije en speelde een grote rol in het ontstaan van de Oostenrijkse-Hongaarse dubbelmonarchie, waarbij Hongarije in 1867 een zelfstandig gebied werd binnen een federatie met Oostenrijk. Dat ze mooi was en een innige relatie onderhield met Graaf Gyula Andrássy, de eerste premier van de Hongaarse regering na de vorming van de dubbelmonarchie, speelde zeker ook een rol. Hoe innig die relatie geweest is, is nooit duidelijk geworden, al is er altijd gespeculeerd dat ze een verhouding hadden. Dat is ook de suggestie in de Sissi-filmtrilogie met Romi Schneider in de hoofdrol.
Als Sissi naar Hongarije kwam, verbleef ze liever niet in het grote koninklijke paleis op de Burchtheuvel, dat haar veel te veel aan het stijve Weense hof deed denken dat ze juist zoveel mogelijk probeerde te ontvluchten. Veel liever verbleef ze in een kleiner paleis in Gödöllő, waar ze veel vrijer was en waar ze bovendien makkelijk haar grote hobby, paardrijden, kon beoefenen. Het paleis in Gödöllő is de afgelopen jaren geheel gerestaureerd en zeker een bezoek waard
Maar ook in Boedapest zelf vind je Sissi op allerlei plaatsen. De brug die naar haar genoemd is, heeft verder niets dat aan haar doet denken, maar aan de Budazijde aan de voet van de brug, op het Döbrentei tér, staat, enigszins verstopt door een afrit, een kopie van het beeld dat in 1932 precies aan de andere kant van de rivier, op het huidige Marcius 15 tér, werd onthuld. Dat was 34 jaar na haar dood, een opmerkelijk lange tijd, gezien het feit dat de Budapester gemeenteraad al in 1900 het besluit nam dat zo'n beeld er moest komen, en het nodige geld ook binnen de kortste keren werd ingezameld. Maar men kon het niet eens worden over het ontwerp, en niet over de plaats. Twintig jaar later, in 1953, werd het weer gesloopt, maar de restanten werden opgeslagen, waardoor het in 1986 mogelijk was het beeld weer opnieuw te plaatsen, zij het op een andere plek.
Na de stichting van de dubbelmonarchie werden Franz Joseph en Elisabeth in de Matyáskerk op de Burchtheuvel tot koning en koningin van Hongarije gekroond. De kerk beschikt over een kopie van de kroon, en wie het kerkelijk museum bezoekt, komt bovendien door een ruimte waarin een muurschildering aan deze gebeurtenis herinnert en waar ook nog een marmeren buste van Sissi staat. Aan de achterkant van de burcht kun je de Budabergen zien, waar niet alleen de stadsbevolking, maar ook Sissi graag kwam ging wandelen. Op de Jánoshegy (Jansheuvel) staat een uitkijktoren die om die reden naar haar is vernoemd.
Een van de mooiste beelden van Sissi staat op een wat verborgen plaats: de Epreskert (Aardbeientuin), een beeldentuin in de Bajza utca, een zijstraat van de Andrássy ut. Het beeld had oorspronkelijk in het parlement geplaatst moeten worden, maar is daar uiteindelijk nooit terecht gekomen en daardoor is het altijd in de opslag blijven staan.
Maar sinds enkele jaren is Sissi wel bij het parlement te bewonderen, overigens in gezelschap van haar gemaal. En in gezelschap van de man die mogelijk haar minnaar was, graaf Gyula Andrássy. Links van het parlement is in 2015 het ruiterstandbeeld dat daar ooit van hem stond, weer opnieuw opgericht, en in de sokkel van het standbeeld zijn afbeeldingen van de kroning en van de ondertekening van het staatsverdrag te zien. Wie het origineel wil zien van de kroon waarmee Franz Joseph koning van Hongarije werd, moet het parlement zelf in. Daar staat het kroonjuweel uitgesteld, omringd door streng kijkende wachters.

24 March 2018

Vegetarisch en vegan

Een mediterraan feest in Dobrumba
Traditioneel bestaat de Hongaarse keuken uit veel vlees, veel vet en veel sauzen. Niet voor niets behoren goulash soep, varkensschnitzel, ganzenlever, gepaneerde vis, en wild tot de meest bekende Hongaarse gerechten. Groente en verse sla werden nooit veel gegeten (als al, dan vooral in zuur ingemaakte augurken, kool, paprikas e.d.). De vegetarische gerechten die dergelijke traditionele restaurants op de kaart hebben staan, zijn meestal niet meer dan gepaneerde champignons of bloemkool uit de oven.
Maar die traditionele restaurants zijn inmiddels in de minderheid, de meeste restaurants in het centrum van Boedapest hebben wat ze noemen een “moderne” Hongaarse keuken: minder vet en sauzen, een mix van Hongaarse en meditairane gerechten, meer verse sla en groente als bijgerecht. Veel van die restaurants hebben ook twee of drie vegetarische gerechten op de kaart staan; soms uitstekend, soms nog een beetje in de gepaneerde champignons of bloemkool categorie.
Daarnaast zijn er inmiddels ook een aantal goede vegetarische en vegan restaurants en fast food zaken in de stad. Helaas, overigens, richten de meeste zich vooral op kantoorwerkers en ze zijn 's avonds en in het weekend vaak dicht. 

Dobrumba – met gerechten uit het Midden Oosten, Noord Afrika, Spanje en de Kaukasus. Gelegen in de Joodse wijk op de hoek van de Dob en de Rumbach utca. Ze hebben ook een dagkaart. Veel vegetarisch eten, maar vleesliefhebbers komen er ook aan hun trekken. De voorgerechten lenen zich uitstekend om samen te delen. Ondanks de Arabische uitstraling ook een redelijke wijnkaart. Open: dagelijks van 12 uur 's middags tot middernacht.

Napfényes – Een van de oudste vegetarische en vegan restaurants van de stad. Gelegen aan het Ferenciek tere 2, vlakbij de Erzsébet brug in Pest. Ze schenken veel verse sappen, maar geen alcohol. Open tot half elf 's avonds.

Slow Foodiez – Vegetarisch en vegan. Gelegen vlakbij het Nyugati station. Wel een wijnkaart, maar voral voor de lunch, want het restaurant is open tot acht uur 's avonds.

Govinda – Lacto-vegetarisch restaurantketen die eigendom is van de Krishna beweging. Meer een plek voor lunches of vroeg avondeten (sluit om 21.00 uur). Er is geen menu, de gerechten staan uitgestald en de klant wijst aan wat hij  wil hebben. Er zijn twee vestigingen in Budapest. De ene is niet ver van de St. Stefans Basiliek, in de Vigyázó Ferenc u. 4, de andere in de Papnövelde u. 1.  De website is alleen in het Hongaars. 

Vegan Love – fast food zoals burgers, hot dogs en patat zonder dierlijke producten. Gelegen in de Bártok Béla ut 9 in Boeda (vlak bij het Gellért Badhuis). Open: dagelijks van 11 tot 21 uur.

Great Bistro – niet al te groot vegan bistro/restaurant in de buurt van de St. Stefan’s Basiliek. Alleen een facebook-site in het Hongaars.https://www.facebook.com/greatbistrobudapest/

Madal Food  – pasta bar van het Madal Café. Vegan- en gluten-vrije pastas met diverse sauzen. Richt zich eigenlijk vooral op kantoorwerkers in de buurt en is dan ook uitsluitend door de week en voor de lunch open. In de Alkotmány ut 4, vlakbij het Parlement.

Tökmag – klein fast food tentje in de Hollán Ernő utca 5, niet ver van de Margit brug en het Nyugati station. Website alleen in het Hongaars. Sluit om acht uur 's avonds.

Vega city – Vegetarisch fastfood. Staat te boek als heel erg “Hongaars” vegetarisch, wat betekent dat ze veel fözelék hebben, dat wil zeggen, zeer simpele Hongaarse groentestoofpotten, en vegetarische varianten van Hongaarse gerechten zoals Transsylvaanse zuurkool (székely kaposzta) en gepaneerde champignons. Ook vooral een lunchrestaurant. gericht op kantoorwerkers uit de buurt, open tot 7 uur 's avonds, gesloten op zaterdag en zondag. Op de Muzeum körút 23 (vlakbij het Nationaal Museum).

Voor meer vegan, glutenvrije of koosjere maaltijden, inclusief een paar restaurants die 's avonds open zijn, zie ook de blog "Glutenvrij en andere diëten"

19 March 2018

Jazzconcert met diner

foto: Runa Hellinga
Concert in de Opus Jazz Club
Liefhebbers van moderne muziek komen in de grotere concertzalen in Boedapest niet echt aan hun trekken, maar wie geïnteresseerd is in muziek van de 20ste eeuw, komt in het Budapest Music Center zeker aan zijn trekken. 
Het centrum heeft een concertzaal, waar regelmatig componisten als Bartok, Ligeti en Kurtag regelmatig op het programma staan, evenals buitenlandse moderne componisten. Daarnaast komen er bijzondere uitvoeringen van klassieke stukken en wereldmuziek aan bod.
Belangrijk onderdeel van het BMC is de Opus Jazz Club, in het restaurant van het muziekcentrum. Het idee is dat van een ouderwetse club: je luistert naar muziek terwijl je ondertussen wat eet en wat drinkt. De concerten zijn twee keer per week, en beginnen om acht uur 's avonds. Er treden veel Hongaarse jazzmusici op, maar ook internationale artiesten
Reserveren is noodzakelijk, en moet in twee delen gebeuren: je bestelt via de website van het BMC, kaartjes voor het concert (pas op, je krijgt alleen een bestelbewijs, het kaartje zelf moet je met dat bestelbewijs voor het concert nog bij de kassa afhalen), en reserveert daarnaast apart een tafeltje in het restaurant (email info@opusjazzclub.hu, telefoon +36 1 216 7894). 
De concerten beginnen om acht uur, maar je kunt al eerder in het restaurant terecht, en wie in rust wil eten, doet er goed aan om een uur of zeven aan tafel aan te schuiven. Het streven is toch dat obers tijdens de muziek niet constant heen en weer lopen, dus wie laat komt, krijgt zijn eten erg snel.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen: het eten is niet vreselijk goed. Sommige gerechten klinken indrukwekkender dan ze zijn en het is verstandig om te kiezen voor gerechten die geen ingewikkelde bereiding vereisen. Mijn risotto was bijvoorbeeld veel te droog en het gerecht van mijn disgenoot, een tosti met daarnaast gerookte eend en appelmoes op zijn zachtst gezegd een verrassende combinatie (toegegeven, hij had zich niet gerealiseerd dat een croque monsieur een tosti was). 
Maar ze hebben een aantal salades, stoofgerechten en daarnaast 'concerthapjes', zoals tortillachips met avocado en kaassaus, of frietjes, die een veiligere optie bieden. De rode huiswijn is overigens uitstekend, de verse limonade zag er ook aantrekkelijk uit, op het bier was niets aan te merken en de hele combinatie van eten en concert zorgt zeker voor een heel genoeglijk avondje uit. 

9 February 2018

Werkplek in in de stad

Foto: Runa Hellinga
Café Zsivago
In deze dagen van 24/7 economie kan het zelfs toeristen overkomen: je moet op vakantie toch nog even een klusje klaren. Of je bent om zakelijke redenen in de stad en gewoon op zoek naar een plek waar je ongestoord en betaalbaar kunt werken of vergaderen.
Dan kun je terug gaan naar je hotel of appartement. Maar zijn er alternatieven. Lang voordat de ZZP'er in Nederland het café als werkplek ontdekte, vonden Hongaren het al heel gewoon om buitenshuis, vaak in het café te werken.
Hele kranten zijn er gemaakt en hele boeken zijn geschreven in de koffiehuizen die je voor de Tweede Wereldoorlog overal in de stad vond. Die traditie is nooit verloren gegaan en dat merkte Mc Donalds ook toen de fastfood keten begin jaren negentig een vestiging opende in het fraaie stationsrestaurant bij het Nyugatistation.
Hoezo fastfood? Een prima werkplek! Het concern heeft lange tijd gepoogd de klanten snel weg te krijgen, maar niets hielp. Klassieke muziek, constante reclames... uiteindelijk heeft Mc Donalds toegegeven, een Mc Café met gemakkelijke stoeltjes, koffie in echte kopjes en lekkere taartjes geopend en uiteraard is er tegenwoordig gratis internet. Niemand kijkt er nog van op als je er een uur of langer blijft zitten met een laptop voor je neus of serieus uitziende dossiermappen.
Totaal anders van karakter is Café Zsivago, Paulay Ede u. 55. De sfeer is die van een café aan het begin van de vorige eeuw, er staan wat Russische hapjes op het menu en er speelt overdag zachte klassieke muziek. 's Avonds kan het er druk zijn, overdag zit je urenlang ongestoord met één kopje koffie of een glas ijsthee aan een van de tafeltjes. Overal zijn stopcontacten voor wie een accu moet opladen. 
Het voelt een beetje alsof je in iemands huiskamer zit en ook als je een paar uur in de stad moet doorbrengen zonder per se iets te moeten, is het een prima plek om een boek te lezen. Ze hebben een uitgebreid aanbod aan verschillende soorten thee. Met een niet al te groot aantal mensen kun je er trouwens ook prima vergaderen, maar het café heeft meerdere min of meer van elkaar gescheiden ruimtes.
Wie meer op zoek is naar een bureau om een dag echt te werken, kan terecht aan de andere kant van de Donau, waar  sinds kort Urbanfood Café & Coworking de deuren heeft geopend op de Attila út 27, aan de voet van de burchtheuvel. Je koopt er geen drankje, maar werktijd, 1000 forint (pakweg 3,10 euro) per uur per persoon. Bij dat bedrag zijn koffie, thee en verse limonade inbegrepen. Broodjes zijn er ook te krijgen, maar daar moet je wel voor betalen. Er is ook een aparte ruimte voor meer private besprekingen. De zaak is tot vijf uur (kantoortijd!) open. Daarna kan de ruimte in zijn geheel worden gehuurd voor bijeenkomsten.
Coworking voor wat langere tijd, vergaderruimte of een tijdelijk kantoor is (onder meer) te huur bij Loffice, toevallig pal naast het eerder genoemde Zsivago in de Paulay Ede utca. Je huurt er een plek aan een bureau voor 4500 forint (14,50) per dag, en als je een hele maand werkruimte in Budapest zoekt, ben je zo'n 120 euro kwijt, inclusief het gebruik van een vergaderruimte voor vier uur. Daarnaast hebben ze vergaderruimte per uur te huur, Een ruimte voor maximaal 15 personen kost zo'n 16 euro voor een uur, voor 30 personen betaal je het dubbele. Whiteboard en projector zijn inbegrepen.

13 January 2018

De belangrijkste concertzalen en musea op een rijtje

Foto Runa Hellinga
Robert Capa Fotomuseum

Er zijn in Boedapest tal van kleinere muziekgelegenheden, theaters en musea, maar wie een paar dagen in de stad is, zal hooguit tijd voor een enkele voorstelling en één of twee musea hebben. Daarom bij deze een overzicht van de belangrijkste culturele instellingen, plus een enkele die speciaal de liefhebber interessant is. Kijk bij de blog over online tickets kopen voor tips over het boeken van kaartjes.
Theaters missen in dit overzicht, omdat Hongaarse theatervoorstellingen vanwege de taal voor de gemiddelde toerist helaas niet te volgen zijn.
Muziek
Opera: Het oude Opera gebouw is heel mooi, maar helaas is op moment van schrijven dicht vanwege een renovatie van de technische voorzieningen. Het Erkel Theater – waar ook voorstellingen worden gegeven – is architectonisch niet echt interessant. Veel operavoorstellingen hebben een Engelstalige ondertiteling meelopen. Voor een overzicht van het programma: klik op de 'alendar' rechts boven een datum aan en er verschijnt het programma voor de hele maand. tickets kunnen via de website zelf worden gekocht.
Palace of Arts heeft de beste programmering in Boedapest voor klassieke muziek, ballet, maar ook jazzconcerten en wereldmuziek.
Hier zijn ook de meeste voorstellingen van Recirquel, modern circus (een beetje a la Cirque de Soleil) van Hongaarse bodem en zeer de moeite waard. Het Paleis heeft buitengewoon goede akoestiek en ligt even ten zuiden van het centrum (maar is goed bereikbaar met het openbaar vervoer, lijn 2 stopt vlakbij). Voor een programma-overzicht: klik op 'event' en dan'event calendar'. Tickets kunnen via de website zelf worden gekocht.


Liszt Music Academy: www.zeneakademia.hu  . Dit is een prachtig jugendstil gebouw, wat een concert (zeker in de grote zaal) altijd de moeite waard maakt. Er zijn ook de nodige mooie concerten, de meeste vrij traditioneel klassiek (de Hongaren zijn niet zo van een moderne aanpak), maar er zitten echte pareltjes tussen. Voor een programma-overzicht; (klik op de datum van waaraf je wilt kijken, en er verschijnt een programmering. tickets kunnen via de website zelf worden gekocht.
Trafó: www.trafo.hu Dit omgebouwde industriele gebouw is het centrum van modern eigentijds theater, dans en performance art. Een deel ervan is Hongaars, maar er zit ook het nodige tussen in het Engels of waar gesproken woord weinig rol speelt. De zaal is klein, de stoeltjes ongemakkelijk en zitplaatsen niet genummerd (dringen dus als de zaaldeuren open gaan), maar het kan zeer de moeite waard zijn. Voor een programma-overzicht: 'Program calendar'. Tickets kunnen op de website worden gekocht.
Volksdansen: De voorstellingen van de staatsvolksdansensembles worden afwisselend in het Danube Palace, het Pesti Vigado en het Buda Vigado gehouden.   De voorstellingen duren tweemaal drie kwartier met een korte pauze tussenin. De ervaringen zijn gemengd. De dansers kennen hun vak, daar is geen twijfel over mogelijk. Maar het is belangrijk om te weten dat er in het Danube Palace geen podium is, zodat degenen die niet op de voorste rij zitten, vooral tegen de hoofden van de mensen voor hen aankijken. Bovendien is het is allemaal zeer toeristisch. Een aardig alternatief is op vrijdagavond eten in restaurant Araz. Er is een buffet  van allerlei traditioneel Hongaars eten en terwijl u eet, krijgt u een korte voorstelling van volksdans en volksmuziek (met steeds een korte uitleg). (klik op Hungarian taste - Hungarian music).
Jazzconcerten: wie geïnteresseerd is in Hongaarse jazz kan terecht in de Opus Jazz Club van Budapest Music Centre, (BMC). Na het kopen van een ticket moet je ook een tafeltje reserveren (eten en naar muziek luisteren tegelijkertijd dus). Het BMC heeft daarnaast een concertzaal met nadruk op moderne klassieke muziek.
Klezmermuziek: iedere vrijdagavond organiseert het Spinozaház. Het Spinozaház is een restaurant met een (apart) klein theater. Er is plek voor pakweg zeventig mensen. De kaartjes voor de voorstelling zijn los te krijgen, maar het liefst verkopen ze een pakket met na de voorstelling een traditionele Hongaars-Joodse maaltijd.
Er zijn af en toe ook klassieke concerten in de Matthiaskerk (een of twee keer per maand, www.eng.concertbudapest.com) en de Basiliek (op maandagmiddag om 17. 00 uur en vrijdagavond om 19.00 uur. Het gaat vooral om orgelconcerten en koormuziek van bekende componisten (www.organconcert.hu). De concerten verschillen erg in kwaliteit, en zijn wel een beetje op toeristen toegesneden. Maar de omgeving is indrukwekkend.

Musea
Het aantal musea is op dit moment een beetje beperkt, want het Museum voor Schone Kunsten, het Museum voor Volkskunst en het Museum voor Toegepaste Kunst (in de toekomst Architectuur Museum) zijn dicht vanwege renovaties dan in afwachting van een heel nieuw onderkomen.
Hongaarse Nationale Galerie:  Het voornaamste museum voor Hongaarse schilderkunst van de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw: romantiek, impressionisme, modernen. Prachtige en interessante schilderijen die duidelijk maken dat Hongaarse kunstenaars tot pakweg 1940  volop deel uitmaakten van de Europese kunstontwikkelingen. Er zijn ook regelmatig interessante tentoonstellingen. Het museum zit in het Paleis op de Burchtheuvel en herbergt momenteel ook een deel van de collectie van het Museum voor Schone Kunsten
Ludwig Museum voor hedendaagse kunst:  Het belangrijkste museum voor contemporaine kunst in Boedapest, met ook (maar niet alleen) aandacht voor kunstenaars uit Oost-Europa in de communistische en post-communistische tijd.
Fotomusea: er zijn er twee, vlak bij elkaar. Het Capa Centrum is vernoemd naar Robert Capa en het Mai Mano naar een fotograaf aan het Habsburgse hof. Wisselende tentoonstellingen, het MaiMano heeft ook een interessante winkel met fotoboeken e.d.
Hospital in the rock: een in authentieke staat bewaard gebleven militair ziekenhuis uit de Tweede Wereldoorlog in de tunnels en gangen onder in de burchtheuvel, plus een later gebouwde atoomschuilkelder. Rondleidingen starten op het hele uur en duren een uur. Ook interessant voor kinderen, maar ze moeten niet te klein zijn.
Geschiedenisliefhebbers kunnen terecht in het Nationaal Museum waar de geschiedenis van het land uitgebreid wordt belicht. Het is, om meerdere redenen, zelf ook een historisch gebouw. Niet alleen begon er volgens de overleveringen ooit een opstand, ook is het het eerste museum dat Hongarije rijk was.
Voor ouders met kinderen en treinliefhebbers is het Park voor de Geschiedenis van de Spoorwegen een aanrader. Een groot openluchtmuseum met prachtig oud materieel, waar je vaak nog in mag ook.
Er zijn nog een hele reeks kleinere musea, zoals musea voor Frans Liszt en Bela Bartok, het Holocaust museum, het Castle Museum over de geschiedenis van Boedapest,
Speciale vermelding verdienen de musea in Oud Boeda (Óbuda);  het Vasarély museum (de oervader van de OpArt, www.vasarely.hu) en het Imre Varga museum (prachtig modern beeldhouwwerk, www.budapestgaleria.hu) liggen bijna naast elkaar en even verderop vindt u ook het Museum van Handel en Toerisme (veel leuker dan de naam doet vermoeden, met o.a. oude winkeltjes en straatjes, www.mkvm.hu/indexen.php ), en natuurlijk het Aquincum Museum (uitgebreide opgravingen van de Romeinse stad Aquincum die hier ooit lag, www.aquincum.hu). Voor een uitgebreidere beschrijving van die musea, lees de blog Weg van het Massatoerisme: Óbuda.

4 January 2018

Vooraf online tickets kopen is zeker verstandig

Foto Runa Hellinga
Concertzaal van de Liszt Academie
Wie in Boedapest een voorstelling wil bezoeken, doet er goed aan op tijd plaatsen te boeken, dat wil zeggen echt ruim voor vertrek, want zeker klassieke concerten zijn vaak snel uitverkocht. Gelukkig maakt het internet dat tegenwoordig een stuk simpeler dan vroeger. Uiteraard hebben organisaties als de Opera en de concertzalen van het Paleis der Kunsten en de Liszt Ferenc Muziekacademie hun eigen websites met programma-overzichten. Maar wie overzicht wil krijgen wat er op een bepaalde datum allemaal gaande is, kan ook terecht op een aantal programma-sites die meteen de optie bieden om tickets te kopen.
De grootste sites zijn jegymester.hu en jegy.hu. Hun aanbod beperkt zich niet alleen tot concerten en toneelvoorstellingen, je kunt er ook museumkaartjes voor tentoonstellingen en tickets voor sportevenementen boeken. Beide bieden tickets aan voor concerten en evenementen in en buiten Boedapest en de mogelijkheid om op datum, categorie en plaats te selecteren. Jegymester is bovendien de officiële verkoper van kaartjes voor de rondleidingen in het parlement.
Beide sites behartigen de kaartverkoop voor grote culturele instellingen als voor kleinere podia en clubs. Opmerkelijk is dat Jegy op het eerste gezicht bij sommige zalen meer concerten aanbiedt dan Jegymester, maar wie goed kijkt, ziet dat dat komt omdat Jegymester alleen die voorstellingen laat zien waar nog kaartjes voor te krijgen zijn. 
Beide hebben officieel een Engelstalige site, hoewel die bij Jegymester beter functioneert dan bij Jegy. Af en toe Google Translate erbij gebruiken kan, ondanks de soms verrassende vertalingen, hoe dan nuttig zijn. Maar wie over een bepaald concert of een bepaalde voorstelling echt meer informatie wil, kan vaak het beste naar de website van de organisator gaan. Die hebben meestal (maar helaas ook niet altijd), wel een Engelse versie.
Overigens, programma-aanbieders hebben over het algemeen ook een eigen ticketverkoop, al word je ook daar vaak doorgestuurd naar een online-ticketbureau als Jegy. Sommige grote evenementen, zoals het Sziget-festival, houden de verkoop van tickets geheel in eigen hand en hun aanbod zul je op de ticketsites dus niet vinden. Wie iets niet kan vinden op de ticketsites, doet er dus goed aan om even bij de organisatoren zelf te kijken.
Betalen kan eigenlijk alleen gelijktijdig met het boeken, met een creditcard. De online-betalingen lopen vrijwel altijd via de Hongaarse OTP-bank, soms ook via andere banken als de CIB of de Budapest Bank. Paypal begint in Hongarije populairder te worden, maar helaas maken de ticketsites er nog geen gebruik van.
De betalingswebsites zijn over het algemeen in het Hongaars, maar wijzen zich min of meer vanzelf, zeker als je eenmaal weet dat kártyaszám kaartnummer betekent en dat név naam is. Wat even iets is om op te letten, is dat de OTP behalve de gewone creditcard-gegevens ook wil weten welke bank (of organisatie) de kaart heeft uitgegeven. Het het vakje waar dat ingevuld moet worden, staat ergens rechtsboven en je kijkt er makkelijk overheen.