Een reis aan het voorbereiden naar Boedapest of Hongarije? Zakelijke of verhuisplannen? Een schoolproject?
Als voormalige correspondenten en gidsen helpen we u graag om wijs te worden uit dit land met zijn bewogen geschiedenis, boeiende cultuur en uitzonderlijke taal, via lezingen in kleiner en groter gezelschap of praktische hulp bij de organisatie van reizen. Daarnaast zijn we beschikbaar als reisbegeleiders.

28 September 2012

Houten achtbaan in toekomst in dierentuin

Houten achtbaan, in het vervolg in de dierentuin.
Al jaren wordt erover gesproken: overleeft het Vidámpark, Boedapests eigen pretpark, of overleeft het niet? De verliezen zijn enorm, en de naburige dierentuin zit te springen om uitbreidingsmogelijkheden. Nu is het besluit gevallen, het Vidámpark sluit op 6 november definitief de deuren.
Het park, dat nog steeds eigendom van de gemeente Boedapest is, heeft een schuld van een miljard forint, en is feitelijk failliet. Maar de historische achtbaan uit 1922, de oudste en langste houten achtbaan van Europa, blijft.
Alleen zullen liefhebbers in toekomst een entreekaartje voor de dierentuin moet kopen, want die ziet een oude wens in vervulling gaan en krijgt het terrein en de achtbaan onder zijn beheer. Ook een aantal andere historische attracties van het Vidámpark blijven als onderdeel van de dierentuin bestaan.
Voor veel oudere Boedapesters zal het even slikken zijn, want het pretpark speelde in hun jeugd een belangrijke rol. De kans dat jonge Boedapesters er zijn geweest, is minder groot. De toegang was ooit spotgoedkoop, maar het laatste decennium was het park zeer duu zeker als je het aanbod vergelijkt met pretparken elders in de wereld. Een tijdlang moest je er zelfs, net als op de kermis, voor iedere attractie apart betalen. Van dat beleid kwam het park terug, maar dat kon de teloorgang niet verhinderen.
De gemeente Boedapest hoopt wel dat er een nieuw pretpark komt, maar op een andere plek, met een ruimere opzet, een modernere aanpak en met hulp van een private investeerder.

22 September 2012

Europa's grootste steppe: Hortobágy, de poesta


De poesta, puszta in het Hongaars, geldt, ook voor Hongaren, als misschien wel het meest typische Hongaarse landschap: wijde vlakten, waar kuddes runderen worden voortgedreven door een eenzame herder, liefst een herder in een wijde blauwe broek met een zwartgerande hoed op zijn hoofd. Een cliché, maar wel een cliché dat, ten dele althans, echt bestaat. Het Hortobágy Nationale Park, het grootste natuurgebied in Hongarije, is inderdaad grotendeels een grasvlakte die begraasd wordt door vrij rondlopende runderen, schapen en tegenwoordig ook een kudde wilde Przewalsipaarden, hoewel die van oudsher niet in het gebied voorkomen.


De dieren zijn geen folklore, maar van levensbelang voor het beheer van de grootste steppe ten westen van de Oeral. De Hortobágy is binnen Europa een uniek gebied, vergelijkbaar met de prairie en de Siberische steppen. De puszta (het woord betekent leeg, verlaten in het Hongaars) is voor zijn behoud afhankelijk van begrazing, net zoals de Amerikaanse prairie in stand bleef dankzij de trekkende kuddes bizons.
Het gebied is vooral onder vogelliefhebbers zeer populair. Met 340 vogelsoorten is het een van de belangrijkste vogelgebieden van Europa. Dat is niet alleen aan de kale steppe te danken, hoewel die haar eigen vogelpopulatie heeft. Ooit werden midden op de poesta enorme visvijvers aangelegd om het gebied  economisch te ontwikkelen. Het zijn de grootste vismeren van Europa en ze trekken een enorme hoeveelheid vogels, vaste bewoners, maar uiteraard ook trekvogels. Een spectaculaire tijd om de meren te bezoeken is de herfst, als duizenden kraanvogels op weg naar hun overwinteringsgebied zich nog een keer goed voleten voor de lange vlucht. Wie geluk heeft, ziet misschien ook een otter.

18 September 2012

Gestolen kunst te bezichtigen

Pál Szinyei Merse: Bloeiende appelbomen 
Een kunsttentoonstelling met een speciaal tintje: tot 14 oktober loopt in het Museum voor Schone Kunsten in Boedapest een tentoonstelling over gestolen, en door de politie teruggevonden kunst. Behalve een kunstverzameling die loopt van kostbare schilderijen en archeologische vondsten tot kerkelijke voorwerpen en goudschatten, vertelt de tentoonstelling ook het verhaal van de diefstallen, en wijze waarop de kunstwerken door politie en douane terug zijn gevonden. 
We hebben het niet over kleine misdaad: kunstdiefstal staat na wapenhandel en drugs wereldwijd op de derde plaats als het om lucratieve criminaliteit gaat. 
Niet alle gestolen kunst eindigt in de handen van malafide kunstliefhebbers: diefstal van bronzen beelden op openbare pleinen voor de oud-metaalhandel begint zo'n serieus probleem te worden (en niet alleen in Hongarije) dat diverse beelden in Boedapest inmiddels door een niet van echt te onderscheiden kunststof replica zijn vervangen. Ook sieraden verdwijnen vaak in de smeltpot.
De tentoonstelling maakt deel uit van een project om de politiecapaciteit om kunstdiefstal aan te pakken, uit te breiden. Toegang is gratis.

12 September 2012

Antiekstraat


De tijden dat je in Boedapest voor een habbekrats antiek kom oppikken omdat niemand een idee had wat die oude spullen in West-Europa waard waren, zijn wel een beetje voorbij. De prijzen liggen tegenwoordig een stuk hoger, maar het blijft een interessante stad om antiek te zoeken. Overal in de stad vind je antiquairs en antiquariaten, al hebben de laatsten voor buitenlanders misschien iets minder te bieden: hun aanbod is grotendeels Hongaars, hoewel je goede kans maakt er ook oude Duitse boeken te vinden.

Falk Miksa utca
Van oudsher is de BÁV een aangewezen plek om heen te gaan. De winkels van de BÁV kom je op meerdere plaatsen in de stad tegen, net als een instelling die onherroepelijk met deze winkels verbonden is: het pandjeshuis. De BÁV heeft een oude geschiedenis: de voorloper werd in 1773 door Maria Theresia opgericht met het doel woekeraars te bestrijden.
Een andere plek voor de antiekjacht is de Ecseri-markt, de vlooienmarkt op de Nagykőrösi út 15, een eind buiten het centrum, maar bereikbaar met bus 54 vanaf het Boraros tér bij de Petőfi brug. Voor echte koopjesjagers is dit waarschijnlijk de beste plek, maar je moet er vroeg bij zijn om de antiekhandelaren die hier ook hun slag slaan, voor te zijn. Een beetje verstand van zaken is ook niet weg: de kans om vervalsingen in je hand gedrukt te krijgen is er niet helemaal denkbeeldig.
Maar de grootste concentratie antiekzaken vind je in de Falk Miksa utca, in het vijfde district, vlak bij de Margit brug. Met enkele tientallen  galerieën en antiekzaken is de straat een paradijs voor de liefhebber. Er zijn in Hongaarse schilderkunst gespecialiseerde galerieën zoals Kiesselbach en de MissionArt Galéria, de Antik Zsolnay, gespecialiseerd in jugendstil keramiek van Zsolnay uit Pécs en in meubels en schilderijen uit dezelfde tijd. Maar er is ook een bedrijf als Moró, dat zich heeft toegelegd om oriëntaalse kunst en antiek. Ook voor wie niet per se op zoek is naar antiek, is de straat best een bezoek waard, want veel van de panden zijn versierd met jugendstil-ornamenten.
Ieder jaar in september organiseert de straat het Falk Art Forum, met lezingen, terrasjes, muziek en speciale programma's en activiteiten voor kinderen. Dit jaar staat het festival voor 22 september vanaf 14 uur gepland. Helaas is zowel de website als het programma zelf in het Hongaars. Maar gezellig is het er die dag wel.