Een reis aan het voorbereiden naar Boedapest of Hongarije? Zakelijke of verhuisplannen? Een schoolproject?
Als voormalige correspondenten en gidsen helpen we u graag om wijs te worden uit dit land met zijn bewogen geschiedenis, boeiende cultuur en uitzonderlijke taal, via lezingen in kleiner en groter gezelschap of praktische hulp bij de organisatie van reizen. Daarnaast zijn we beschikbaar als reisbegeleiders.

28 March 2013

Hongaars gebak, een zoet genoegen (ook voor diabetici)

Ik herinner me nog mijn verbazing, toen ik in 1990 midden in de winter een oude dame op de hoek van de straat genietend een ijsje zag eten. Hongaren zijn zoetekauwen. Op het platteland staan huisvrouwen iedere zaterdag ijverig te bakken voor de zondag, en een feest zonder speciaal gebak is eigenlijk niet denkbaar. In veel Boedapester jeugdherinneringen komt wel een oma voor die haar kleinkinderen op zondag op gebak bij Gerbeaud trakteert. Een bezoek aan een banketbakker - waar in Hongarije altijd een café aan verbonden is - hoort er dan ook eigenlijk echt bij als je naar Boedapest gaat. Ook diabetici hebben keuze genoeg.

Alexandra Bookcafé heeft heerlijke taartjes
Bekende klassiekers in de Hongaarse banketbakkerij zijn de Dobos torta, laagjes biscuitgebak afgewisseld met chocoladecrème met bovenop een knapperige laag harde caramel, en de Eszterhazy torta, opgebouwd uit laagjes vanillecreme en walnotengebak. Ook de Sachtertaart en de Schwarzwaldtaart (Fekete erdő torta) staan bij een klassieke banketbakker meestal op de kaart, net als appel-, kersen, walnoten- en maanzaadstrudel (rétes), die in Hongarije gemaakt worden met laagjes zeer dun uitgerold deeg dat sterke overeenkomsten heeft met het Griekse filodeeg.
Maar ook in Hongarije ondergaat de banketbakkerswereld een vernieuwing, en steeds vaker zie je prachtig opgebouwde gebakjes, gevuld met een frisse vruchtencrème en versierd met schilderijtjes van meerkleurige chocolade. Wie liever iets hartigs heeft, heeft de keuze uit allerlei soorten pogacsa, een soort klein, rond broodje dat je standaard wordt aangeboden bij iedere officiële gelegenheid en dat versgebakken ook een prima ontbijt of snack vormt. Oude pogacsa daarentegen zijn iets om met een grote boog omheen te lopen.
Je vind banketbakkers in iedere wijk. In armere wijken kun je voor nog geen halve euro makkelijk een stuk strudel of krémes, een soort tompoes, vinden. Niet onsmakelijk, maar wie echt lekker gebak wil, zal iets dieper in de buidel moeten tasten, hoewel een goed taartje echt geen kapitaal hoeft de kosten.
Eigenlijk kun je wat gebak betreft niet echt misgrijpen, je kunt hooguit te veel betalen. Dat geldt vooral voor de banketbakker waar het merendeel van de toeristen belandt: het eerder genoemde Gerbeaud op het Vörösmarty Plein in het centrum van de stad. Het is een van de oudste koffiehuizen en met zijn rijke negentiende eeuwse versiering ongetwijfeld de moeite van het bekijken waard. Maar Gerbeaud weet dat het tegenwoordig in iedere reisgids staat, en de prijzen zijn er dan ook naar. Hongaarse oma's gaan inmiddels met hun kleinkind ergens anders heen, de klandizie bestaat vrijwel uitsluitend uit buitenlanders. Een goed advies: loop er eens naar binnen, bekijk de vitrines met bonbons, glimlach vriendelijk bij vertrek en zoek daarna een andere plaats om gebak te eten.
Bijvoorbeeld Auguszt, op de Kossuth Lajos utca 14-16, een banketbakkerij die inmiddels sinds vijf generaties in de familie is. Auguszt, dat ook nog twee vestigingen in Boeda heeft, verkoopt klassiekers, maar ook moderne composities zoals gebak met sinaasappel-wasabicrème.
Even verderop, op het Ferenciek tere, zit het Centrál Kavéház, geen banketbakker in de eigenlijke zin, maar de prachtig ingerichte zaak heeft wel een ruim aanbod aan zeer verleidelijk gebak. Dat geldt trouwens ook voor het Alexandra Bookcafé, op de eerste verdieping van het Alexandra boekenhuis op de Andrássy út 39. Het Bookcafé, ook een prima plek om te lunchen trouwens, is gevestigd in een negentiende eeuwse balzaal die qua aankleding zeker niet onderdoet voor Gerbeaud.
Aan de Boedakant is het kleine Ruszwurm, niet ver van de Matthiaskerk op de burchtheuvel, het meest bekende. De ruim 150 jaar oude zaak heeft een vooroorlogse sfeer, maar ligt in een van de meest toeristische delen van de stad, en dat is in de prijzen natuurlijk te merken.

Voor diabetici

Het merendeel van de bekende banketbakkerijen catert helaas niet speciaal voor diabetici, al vind je er soms wel een paar taartjes voor suikerpatiënten. Maar in een land waar gebak zo belangrijk is, zou het verrassend zijn als je als diabeticus niet ergens terecht kon. Een bedrijf dat zich daar speciaal op toelegt is Álomsüti (droomgebak), met drie vestigingen in de stad en een ruim aanbod aan suikervrije Sachertaarten, aardbeientaart, vruchtengebak, chocoladetaart en soezen. Helaas zitten de bakkerijen niet direct in het centrum. Iets centraler ligt de Bulldog Cukrászda,  op de Veres Pálné utca 31 in het vijfde district. En dan is er nog het Béke Radisson Hotel, een vier sterrenhotel op de Terez körut 43, dat behalve gebak ook maaltijden voor diabetici biedt.



13 March 2013

De bonte achterkant van Hongarije

Bont beschilderde houten kerkjes, bootvormige grafzerken en ouderwetse houten molens, de meest oostelijke punt van Hongarije staat er vol mee. Toeristisch is het een van de minst bekende gebieden van het land, maar de regio leent zich bij uitstek voor prachtige tochtjes per auto of fiets van dorp tot dorp, of trektochten te paard of te voet.

 


Kerkje in de Erdőhát
De Erdőhát (letterlijk: de achterkant van het bos) is een gebied met heel veel kreekjes, beekjes, sloten en kanalen, ingeklemd tussen de rivieren Szamos, Tisza en Tur. Het is de meest geïsoleerde streek van het land, maar daardoor vind je hier nog volop wat elders al zo vaak is weg gemoderniseerd.
De streek is calvinistisch en de meeste dorpskerken zijn daarom nauwelijks beschilderd met heiligen en Bijbelse voorstellingen, maar veel meer, zowel binnen als soms ook buiten, met allerlei motieven uit de volkskunst. De kerktorens, die vaak los van het schip staan, hebben veelal een houten “Transsylvaans” spitsdak. Het plafond van de kleine kerk in het dorp Gyügye is beschilderd met astrologische symbolen. Csaroda heeft een mooi gotische kerkje uit de 13e eeuw en in Tákos (in het noorden net over de Tisza) staat een protestantse kerkje dat van binnen zo mooi beschilderd is dat het ook wel de “Notre Dame van de Boeren” wordt genoemd. In het dorpje Csenger staat een middeleeuwse katholieke kerk waarvan het plafond met folkloristische barokke motieven is beschilderd en bovendien heeft het dorp een nieuwe en wat futuristisch ogende Grieks katholieke kerk ontworpen door de bekende Hongaarse architect Imre Makovecz.

Kopjafa, houten grafpalen
De Erdőhát is ook bekend om zijn unieke eikenhouten grafpalen (“kopjafa” in het Hongaars). De bootvorm verwijst waarschijnlijk naar het schip dat in een Fin-Ugrische mythe de ziel van de doden naar de andere wereld vervoert.  U vindt er veel op de begraafplaats van Szatmárcseke. Daarnaast zijn er nog her en der oude molens te zien (in Túristvándi staat een mooie houten watermolen die ook bezocht kan worden) en kunt u in het gebied prachtige natuurwandelingen en fietstochten maken.

De regionale Tourinform geeft speciale kaartjes uit met informatie en tips in drie talen (overal ruim verkrijgbaar) en bij veel attracties staan drietalige informatieborden. Op hun meertalige website zijn ook diverse auto- en wandelroutes te vinden.

8 March 2013

Parkeren in Boedapest (en elders)

Boedapest gaat mee in de vaart der volkeren, en dat betekent dat het steeds moeilijker wordt om gratis te parkeren. Persoonlijk heb ik daar niets tegen, want met minder auto's en een toenemend aantal autovrije en auto-luwe straten is de binnenstad een stuk leefbaarder en aantrekkelijker geworden. Maar als toerist kun je natuurlijk voor vervelende verrassingen komen te staan als je overal parkeerautomaten aantreft.

Parkeren in Boedapest is in vergelijking met Nederlandse steden nog steeds niet duur. De uurtarieven lopen van 175 forint (60 eurocent) in de goedkoopste zone tot 525 forint in de binnenstad. (Klik hier voor een overzichtskaart van de parkeerzones)
Maar los van het geld: parkeermeters hebben altijd het nadeel dat je in de gaten moeten houden wanneer je parkeertijd afloopt. En in het centrum mag je vaak niet langer dan twee uur staan. Daarom zijn parkeergarages een betere optie voor wie echt in het centrum wil parkeren. Hieronder een lijstje:

Reáltanoda utca 5, BP V
Bazilika Garage BP V, ingang Sas utca,
Mercure Buda BP I, Kosciuszko Tádé utca 15,
Kastrum BP V Aranykéz utca 4-6,
Centrum Parkoló BP V, Szervitatér 8,
Corvin parkeergarage BP VIII, Futó utca 52,
Páva Parkeergarage BP IX, Mester utca 30-32.
Lipót Garage BP V, onder het Szabadság tér, ingang Széchenyi utca
Erzsébet tér BP V, Erzsébet tér,
MOM Park Office Building BP XII, ingang Csörsz utca 45,
Millennium Office Towers BP IX, ingang Lechner Ödön fasor 6).
Mammut winkelcentrum, BP XII, Szena tér

Maar de beste manier om Boedapest te benaderen is eigenlijk niet met de auto, maar met het openbaar vervoer. Wie met de auto komt, kan eigenlijk het beste aan de rand van de stad bij een metro, tram of bus parkeren en van daaruit de stad ingaan. De website van de BKK, het openbaar vervoer bedrijf in Boedapest, heeft een uitvoerig overzicht van de P&R- mogelijkheden in de stad. Een deel daarvan is gratis, bij andere moet je betalen, maar dat wordt op de site aangegeven. Parkeerplaatsen met één sterretje hebben bewaking, twee sterretjes is een grote parkeergarage.
Het openbaar vervoer in Boedapest is uitstekend, en overal aan de rand vind je vervoersmiddelen die je rechtstreeks naar het centrum brengen. (Lees voor informatie over dag-, week en groepskaarten het stuk Budapest Card: nuttig of niet)
Ook elders in Hongarije begint betaald parkeren trouwens gewoon te worden. Wie wil weten hoe het met parkeerzones in andere steden zit, kan dit kaartje raadplegen. Bovenaan de kaart zit een optie om andere steden te kiezen.