Een reis aan het voorbereiden naar Boedapest of Hongarije? Zakelijke of verhuisplannen? Een schoolproject?
Als voormalige correspondenten en gidsen helpen we u graag om wijs te worden uit dit land met zijn bewogen geschiedenis, boeiende cultuur en uitzonderlijke taal, via lezingen in kleiner en groter gezelschap of praktische hulp bij de organisatie van reizen. Daarnaast zijn we beschikbaar als reisbegeleiders.

27 February 2013

Goede zigeunermuziek

Karpatia
Hongarije en zigeunermuziek... voor veel toeristen horen die twee bij elkaar. En 20-25 jaar geleden kwam je  in heel veel restaurants inderdaad een zigeunerorkestje tegen, met op zijn minst een primás (de eerste viool), een tweede viool en een cimbaal, een instrument dat nog het meest doet denken aan een open piano waarvan de snaren niet met toetsen, maar met twee slagstokken worden bespeeld. Vaak was er ook nog een cello bij. Onder het communisme kregen restaurants van staatswege geld om levende muziek te kunnen financieren. Maar tegenwoordig is levende muziek voor de meeste restaurants simpelweg te duur.
Maar ze zijn er nog wel. Om te beginnen een paar aanraders in het centrum van Boedapest. Als eerste Duna Corso op het Vigadó tér. De prímás Lajos Pádár geldt als een van de beste violisten van het land. Het restaurant richt zich op toeristen, maar heeft een goede, traditioneel Hongaarse keuken voor een redelijke prijs.
Ook een aanrader wat muziek en eten betreft is het 100 Éves in de Pesti Barnabás utca 2. De primás is de 22-jarige Lajos Sárközi junior, één van de meest veelbelovende violisten op dit moment. Het prijsniveau is er redelijk, maar de wijnen zijn aan de dure kant.,
Als derde is er Kárpátia op het Ferenciek tere 7-8. Als je er binnenkomt, springt het rijk beschilderde interieur dat uit de jaren twintig van de vorige eeuw stamt, meteen in het oog. Het orkest daar staat onder leiding van Lajos Sárközi senior. Goede muziek, goed eten, maar Karpatia behoort wel tot de duurdere restaurants in de stad en komt aanzienlijk duurder uit dan de andere twee. Maar het interieur is een bezoek waard, al zullen sommigen het misschien wat oubollig of overdadig vinden.
Wat verder buiten het centrum vind je ook zigeunerorkesten, en ligt het prijsniveau vaak wat later. Zo heeft het Uj Sipos visrestaurant op het Fő tér in het derde district zigeunermuziek. Wie niet van vis houdt, hoeft zich geen zorgen te maken. Hoewel de kaart een groot aantal visgerechten biedt (vooral zoetwatervis), kunnen vleeseters er ook terecht.
Ook in het derde district, in de Mokus utca 22, een straatje dat tot de laatste restanten van het oude Óbuda behoort, is Kéhli, met een Hongaars-joodse en Swabisch (Hongaars-Duits) georiënteerde kaart en net als Uj Sipos, prijzen die eerder op de gewone Hongaar dan op de toerist zijn afgestemd. Plus uiteraard zigeunermuziek. Overigens geldt overal dat de musici voor hun inkomen ook rekenen op de goedgeefsheid van het publiek.
Muziek wordt ook aangeboden op een aantal rondvaarten, vaak in combinatie met een diner bij kaarslicht. Dat klinkt romantischer dan het is, want de kwaliteit van het eten is niet bijzonder goed, en bovendien varen de boten een aantal malen heen en weer om de vaartijd vol te maken. Wie graag een boottocht wil maken en ook zigeunermuziek wil horen, doet er dus verstandig aan die twee apart te plannen.

100 Éves:   tel 003612300329
Karpátia:    tel 003613173596
Dunacorso: tel 003613186362
Uj Sipos:    tel 003613888745 
Kéhli:         tel 003613680613

Voor meer informatie over de achtergronden van de zigeunermuziek, lees de reisgids Hongarije, meer dan een reisgids  van Henk Hirs of Boedapest, een verhalende reisgids van Runa Hellinga

11 February 2013

De synagoge van Györ

Zittende vrouw, Margit Kóvács
Dat de West-Hongaarse stad Györ een bisschopsstad is, kan je als bezoeker nauwelijks ontgaan. Elk tweede huis in het barokke stadscentrum lijkt een kerkelijke bestemming te hebben, of draagt anders wel ergens op de gevel een driehoek met het alziende oog van God die aangeeft dat het ooit een kerkelijke bestemming had. Ook het bisschoppelijk paleis op de Bisschopsheuvel getuigt van de rijkdom van dit bisdom, net als de kathedraal er tegenover, waar de vergulde barokke versieringen niet op schijnen te kunnen en waar gelovigen komen voor een Maria-icoon dat ooit tranen van bloed gehuild heeft, of voor de schedel van de Heilige Ladislaus.
Voor minder gelovigen zal Vilmos Ápor, bisschop van Györ in de Tweede Wereldoorlog, misschien een aansprekender figuur zijn. Toen in 1944 de Hongaarse joden naar Auschwitz werden gestuurd, protesteerde hij zowel bij de kerk als bij de Gestapo in Berlijn. Ook onderhandelde hij met de Duitse commandant om een belegering van de stad te voorkomen. Hij werd op Goede Vrijdag 1945 door Sovjet-soldaten doodgeschoten toen hij hen probeerde te beletten om een aantal vrouwen die hij een schuilplaats had geboden, te verkrachten. In de ruimte waar hij de vrouwen en hun kinderen probeerde te beschermen, is nu een tentoonstelling over hem ingericht.
Het barokke centrum van Györ is zonder enige twijfel een bezoek waard. Gelegen in de bocht waar de Raba in de Donau stroomt, rijst de Kapitelheuvel boven het water op als een indrukwekkende vesting. Het autovrije stadscentrum nodigt uit tot wandelen,  in de zomer zijn er talloze terrasjes en het stadje is bezaaid met kleine musea.  Dat maakt het voor de toerist meteen een beetje lastig, want wat kies je uit zoveel aanbod? Het zou mooi zijn als je één gezamenlijke kaartje voor al die musea kon kopen, zodat je gewoon naar binnen kunt stappen, maar dat is helaas niet het geval.
De moeite waard is in ieder geval de tentoonstelling van het werk van de Hongaarse kunstenares Margit Kóvács in haar geboortehuis, het Kresztaház, Apáca u. 1, dagelijks behalve maandag van t10 tot 18 uur. Kóvács maakte beelden van aardewerk in een zeer herkenbare, eigen stijl. Ze werkte lange jaren in Szentendre, destijds meer een kunstenaarskolonie dan een toeristenstadje. Ook daar is een museum aan haar werk gewijd.
Synagoge Györ
Aan de overkant van de Raba ligt de Nieuwe Stad. Op het eerste gezicht niet de plek waar het meeste te beleven is, maar in het hart van de wijk duikt onverwacht de imposante synagoge van Györ op. Zoals veel synagoges uit de tweede helft van de negentiende eeuw liet de architect zich inspireren door de Moorse bouwstijl. De Joodse bevolking van het stadje werd in 1944 en masse naar Auschwitz gedeporteerd, een gebeurtenis die in de Engelstalige folder over het gebouw wat cryptisch wordt omschreven als "in het begin van de jaren veertig nam de joodse bevolking van Györ af en kwam de synagoge leeg te staan".
Tegenwoordig huisvest het gebouw een museum en een deel van de plaatselijke universiteit, en daaraan heeft het ongetwijfeld te danken dat het van buiten en van binnen in oude glorie is hersteld. Hoewel de synagoge niet meer voor diensten wordt gebruikt, is het rijk versierde interieur volkomen intact, inclusief de schrijn voor de Thora. Een aanrader.


Voor meer informatie over Györ, zie de reisgids van journalist Henk Hirs.

En verder: op de Baross Gábor utca 21 bevindt zich een geheel vernieuwd toeristenbureau, met onder meer een informatieve en interactieve tentoonstelling over de stad en de omgeving.

2 February 2013

De oude Burcht van Boeda.

De Boedaburcht. Iedereen denkt dan meteen aan de burchtheuvel die fier aan de Boedazijde van de Donau oprijst. Maar de eerste Boedaburcht was ergens heel anders. En de restanten daarvan bestaan nog steeds. Ze staan er ietwat verloren en verlopen bij, op een wat onaanzienlijk grasveldje tussen de hoge grauwe flatgebouwen van Óbuda, het noordelijkste deel van Boeda. En toch was dit kleine stukje muur ooit de oostelijke Pretoriaanse Poort van een grote Romeinse burcht die er meer dan tien eeuwen heeft gestaan en die in de eerste paar honderd jaar van het Hongaarse koninkrijk bekend stond als “de Burcht van Boeda.”

Op de plek waar nu het Fö tér van Óbuda ligt, bouwden de Romeinen in de eerste eeuw na Christus een militair kamp en daar omheen ontwikkelt zich de stad Aquincum die op haar hoogtepunt 30-40-duizend inwoners telde. Ik heb altijd gedacht dat de val het Romeinse Rijk tussen de vierde en zesde eeuw, ook het einde van Aquincum betekende. Maar dat ligt dus net even anders.
Na de val van het rijk neemt de stad, die sinds keizer Constantijn christelijk was, uiteraard in belang en omvang af. Zij wordt herhaaldelijk veroverd en geplunderd, onder andere door Attila de Hun. Maar zij blijft toch altijd bewoond. De binnenvallende Hongaren vestigen zich er ook en er is zelfs sprake van dat stamleider Árpád hier in de buurt is begraven. Ergens in deze tijd gaat de plaats Boeda heten en daarna wordt de oude Romeinse burcht die nog steeds overeind staat, de burcht van Boeda genoemd. Begin 13e eeuw bouwen de Hongaarse koningen er hun koninklijk paleis.
Pas na de verwoestende inval van de Mongolen in 1241 komt de huidige Burchtheuvel in beeld, als Koning Béla IV besluit om overal in het land sterke stenen burchten te bouwen. Dan wordt op die heuvel tegenover Pest een fort met een paleis gebouwd, plus een hele nieuwe woonwijk voor Duitse immigranten en voor de Hongaren die tot dan toe aan de voet van die heuvel woonden. Zo ontstaat het nieuwe Boeda, terwijl de nederzetting rond het oude Romeinse fort Óbuda (Oud-Boeda) gaat heten. Het paleis en het fort daar doen nog eeuwen dienst, onder meer als paleis van de Hongaarse koningin. Het geheel raakt pas in verval als de Ottomanen Hongarije veroveren. De laatste restanten van de Romeinse burcht worden pas in de 18e eeuw (!) afgebroken.
Maar voor wie een beetje zoekt, is er verborgen tussen en onder de hoge flats nog van alles te zien: naast de Pretoriaanse Poort onder andere ook pal onder de fly-over die van de Árpád brug komt de restanten van een Romeins bad (niet ver van de metro ingang) en een paar honderd meter noordelijk de Herculus villa en de resten van een christelijk kerkje uit de Romeinse tijd

Meer achtergronden tips en nuttige info vindt u in onze e-boeken Boedapest, een verhalende reisgids en de net geactualiseerde uitgave Hongarije, meer dan een reisgids. Voor meer informatie, zie ons boekenaanbod.