|
Hongaarse forint: rekenen met veel nullen |
Hongarije is geen euroland, en het zal nog wel een tijdje duren voor het land tot de euro toetreedt. Dat betekent dat je er, heel ouderwets, geld moet wisselen. De Hongaarse munt heet de forint en die forint is niet zo heel veel waard, zodat je al snel met enorme getallen loopt te goochelen. Wie een deel van zijn vakantie moet besteden aan het terugrekenen van bedragen als 21000 forint naar 70 euro, realiseert zich in ieder geval één van de grote voordelen van een gezamenlijke munt. Gelukkig heb je tegenwoordig overal wel een appje voor, dus ook voor het omrekenen van valuta.
Het heeft geen enkele zin om voor vertrek in Nederland of België al forinten op te nemen. Niet alleen krijg je dan een hele slechte koers, maar bij aankomst in Hongarije kom je snel genoeg aan geld. Zowel op het vliegveld als in treinstations staan geldautomaten waar je met je pinpas terecht kunt. Pas er overigens ook voor op om bij aankomst contant geld te wisselen op het vliegveld of bij wisselkantoren op stations. De wisselkoers die je daar krijgt, is meer dan schandalig. Terwijl je bijvoorbeeld nu 290 forint voor een euro hoort te krijgen, geven ze er daar maar 230 of 250 forint voor. Dan wordt Hongarije plots een duur land.
Een gewone pinpas met het maestro-logo is vrijwel overal bruikbaar: uiteraard bij bankautomaten, maar ook de meeste winkels, in restaurants en tegenwoordig ook in taxi's. De koers van pinpastransacties is heel redelijk. Wie contant geld opneemt, moet er wel rekening mee houden dat de Nederlandse bank daar in sommige gevallen een toeslag voor rekent, omdat Hongarije geen euroland is. Dat is een vast bedrag: grote bedragen contant opnemen is daarom voordeliger dan kleine.
Wie, bijvoorbeeld om die reden, toch liever euro's wisselt, kan daarvoor uiteraard bij een bank terecht. Maar dat is niet de meest gunstige optie. Meestal moet je wachten, en de koersen zijn vaak niet echt gunstig. Voordeliger ben je vaak uit bij een van de vele wisselkantoortjes in de stad. Voor je daar binnenstapt, moet je wel weten wat de dagkoers van de forint is, want zoals de ervaring op het vliegveld leert: ze zijn niet allemaal even betrouwbaar. Met name de Interchange-kantoortjes hebben een slechte reputatie. Ook hotels bieden overigens wisselmogelijkheden en soms tegen verrassend goede koersen. Ook daar geldt: zorg dat je de dagkoers kent. Daar is die app weer handig voor.
Steeds vaker zie je in de stad weer wisselaars op straat opduiken. Onder en direct na het communisme waren zulke illegale wisselaars een normaal verschijnsel (tijdens het communisme in het geniep, overigens), want de officiële koers die in die dagen werd gehanteerd, had weinig te maken met de werkelijke waarde van de de Hongaarse munt. Begin jaren negentig waren het, net als nu trouwens, vaak Arabieren die op straat klanten wierven. Destijds kon het tientallen procenten schelen of je op straat of officieel wisselde, en dat maakte het de moeite waard het risico te nemen. Maar vandaag de dag er is geen enkele reden om met een straatwisselaar in zee te gaan. Mocht die een absurd aantrekkelijke koers noemen, dan is dat alleen maar reden tot veel wantrouwen.
In een groeiend aantal winkels kun je tegenwoordig behalve met forinten ook met euro's afrekenen. Het is een service aan toeristen, maar in sommige zaken een service waar je stevig voor moet betalen. Ook hier geldt: zorg dat je de gangbare koers weet voor je in euro's betaalt. Een plaats waar je je euro's beter in je zak kunt houden, is bijvoorbeeld de bij toeristen razend populaire banketbakkerij Gerbeaud. Daar ben je al snel 10 tot 15 procent duurder uit met euro's dan met forinten. Omgekeerd kun je in de belastingvrije winkels op het vliegveld het beste wel met euro's betalen.
Wie alleen zijn bankpas meeneemt en om één of andere reden toch echte euro's nodig heeft: in het centrum van Boedapest, op de Déak Ferenc utca 7, is een OTP-bank die naast geldautomaten met forinten ook een geldautomaat heeft staan waar je euro's kunt trekken.