Bont beschilderde houten kerkjes, bootvormige grafzerken en ouderwetse houten molens, de meest oostelijke punt van Hongarije staat er vol mee. Toeristisch is het een van de minst bekende gebieden van het land, maar de regio leent zich bij uitstek voor prachtige tochtjes per auto of fiets van dorp tot dorp, of trektochten te paard of te voet.
Kerkje in de Erdőhát |
De streek
is calvinistisch en de meeste dorpskerken zijn daarom nauwelijks beschilderd met heiligen en Bijbelse
voorstellingen, maar veel meer, zowel binnen als soms ook buiten, met allerlei motieven uit
de volkskunst. De kerktorens, die vaak los van het schip staan, hebben veelal
een houten “Transsylvaans” spitsdak. Het plafond van de kleine kerk in het dorp Gyügye
is beschilderd met astrologische symbolen. Csaroda heeft een mooi gotische kerkje
uit de 13e eeuw en in Tákos (in het noorden net over de Tisza) staat
een protestantse kerkje dat van binnen zo mooi beschilderd is dat het ook wel
de “Notre Dame van de Boeren” wordt genoemd. In het dorpje Csenger staat een middeleeuwse
katholieke kerk waarvan het plafond met folkloristische barokke motieven is
beschilderd en bovendien heeft het dorp een nieuwe en wat futuristisch ogende
Grieks katholieke kerk ontworpen door de bekende Hongaarse architect Imre
Makovecz.
Kopjafa, houten grafpalen |
De regionale Tourinform geeft speciale kaartjes uit met informatie en tips in drie talen (overal ruim verkrijgbaar) en bij veel attracties staan drietalige informatieborden. Op hun meertalige website zijn ook diverse auto- en wandelroutes te vinden.
No comments:
Post a Comment