De taxi's zijn niet alleen geel, maar moeten ook aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen: ze hebben een minimale maat, een automaat waar je met kaart kunt betalen en airconditioning en ze moeten een jaarlijkse veiligheidskeuring ondergaan. Voor dat gegarandeerde comfort betaalt de klant ook iets meer: terwijl het laagste tarief (als je een taxi bestelde) vroeger maximaal 240 forint (80 eurocent) per kilometer was, betaal je nu standaard 280 forint (ruim 90 eurocent).
Als alles goed is tenminste, want hoewel de versimpeling van het systeem bedrog minder makkelijk maakt, is dat nog steeds niet uitgesloten. Hotels willen bijvoorbeeld nog steeds graag de commissie vangen die de klant vroeger betaalde via het hogere hoteltarief. Dat probleem schijnt in veel gevallen te worden opgelost door de klant vooraf te vertellen hoeveel de rit gaat kosten. Dat lijkt aangenaam, want je komt niet voor onverwachte verrassingen te staan. Maar het venijn zit hem in dit geval niet in de staart, maar in het begin: de prijs die je genoemd krijgt, is hoger dan je wat zou betalen als de meter loopt.
Hoewel het nieuwe systeem met zijn gegarandeerde kilometerprijs veel voordelen heeft voor de klant (al was het maar, omdat je tegenwoordig ziet als ergens een taxi rijdt en je dus ook makkelijker op straat een taxi aanhoudt, is er één groep klanten die erop achteruit is gegaan: passagiers die bij de luchthaven een taxi nemen. Tot de invoering van het systeem konden die bij de luchthaven een voucher kopen waarmee ze in de meeste gevallen goedkoper uit waren dan met de nieuwe vaste kilometerprijs.