
Het is ook geen magere tentoonstelling, zo’n overgehypte event waar uiteindelijk eigenlijk maar een paar echt interessante werken blijken te hangen en je het na een half uurtje wel weer hebt gehad. Nee, zes zalen boordevol met werken van heel veel hele grote kunstenaars uit de 19e en begin 20e eeuw. En het mogen dan niet de allergrootste en allerbekendste schilderijen zijn – wel drie stukken van Van Gogh bijvoorbeeld maar geen zonnebloemen of zicht op Arles – maar door al die werken zo samen te zien, krijgen ze een extra dimensie en wordt het één samenhangend en boeiend verhaal.
Ook de uitvoerige uitleg per zaal en periode maar ook per schilderij – draagt daartoe bij: hoe het impressionisme aan zijn naam kwam (een misprijzend bedoelde opmerking die tot geuzennaam werd), wat de postimpressionisten wilden, hoe Hongaarse kunstenaars erin verzeild raakten en hoe de diverse kunstenaarskolonies in Szolnok, Nagybánya (Satu Mare) en Gödöllö ontstonden.
De tentoonstelling is een samenwerking van het Israëlische Museum in Jeruzalem, de Hongaarse Nationale Galerie en het Museum voor Schone Kunsten aan het Heldenplein in Boedapest. Entree kost 1500 forint (5,50 euro) voor een volwassenen en de tentoonstelling loopt tot 13 oktober.
No comments:
Post a Comment